31 juli 2019

Daan Jippes - Onuitgegeven inhoudspagina, 1971


Wilbert Plijnaar (bekend als coauteur van Sjors en Sjimmie en Claire) heeft de afgelopen maanden een grote schoonmaak gehouden en vond in zijn archieven allerlei bijzondere originelen. Zoals deze inhoudspagina van Daan Jippes die hij in 1971 maakte voor een eenmalig blad met interviews dat Plijnaar wilde maken maar nooit verschenen is. Gelukkig heeft hij, nu hij met pensioen is, de tijd om in Californië (waar hij sinds 1995 woont) allerlei mappen en dozen onder het stof vandaan te halen uit de tijd dat hij nog werkte voor de stripbladen Pep en Eppo. En is hij zo vrijgevig om zijn vondsten te delen op de Facebookpagina De Jaren Eppo.

Eerder plaatste ik een Agent 327 tekening van Martin Lodewijk (en met hemzelf) dat ook bedoeld was voor Wilberts blad met interviews van allerlei stripauteurs. Welke dat geweest zouden zijn lees je in de balloen van Jippes' tekening. Ik noemde het op De Jaren Eppo 'een pareltje'. En Plijnaars reactie daarop was: "Dat meesterlijke inktwerk! Elke lijn drukt een ander materiaal uit door middel van het gewicht wat Daan het meegeeft. Wie is er nu nog zo virtuoos?"

28 juli 2019

Joost Swarte - Cover The New Yorker


De Haarlemse illustrator en striptekenaar Joost Swarte (1947) maakt al jarenlang covers voor het toonaangevende Amerikaanse weekblad The New Yorker. Dit is zijn nieuwste, voor de editie van 29 juli 2019. Titel van zijn coverillustratie is: Traveling can ruin dream destinations.

Op de site van The New Yorker staat ook een interview met Swarte door Françoise Mouly, vergezelt met schetsen die hij maakte tijdens zijn vakantie.

Swarte's eerste schets en een kleurstudie voor de cover (© The New Yorker)

27 juli 2019

Bert van der Meij - Kappie strips

Afgelopen voorjaar had ik weer even mailcontact met illustrator en striptekenaar Bert van der Meij, die ik zo'n 10 jaar geleden leerde kennen toen ik nog veel deed voor Stripster. Deze site was nu ook weer de aanleiding omdat Bert niet meer kon inloggen op StripSter, waar hij al sinds 2011 zijn wekelijkse blog Bert op woensdag op publiceerde. (StripSter dreigde te verdwijnen maar is online gebleven als archief, met nog wel een werkend Forum.)
(Klik op de Kappie afleveringen voor een groter formaat)
In ieder geval, ik kon het niet laten om na al die jaren wat vragen op Bert af te vuren (want je blijft toch journalist) zoals: teken je nog steeds de wekelijkse Kappie strip?
“Yep, het enige, dunne lijntje dat ik nog met strip heb. Straks om tien uur bel ik, zoals ik de laatste zeventien jaar heb gedaan, De Katwijksche Post op om te horen wat er zoal aan nieuws in gaat verschijnen. Vervolgens fiets ik naar een strandtent, lees de Volkskrant en ga dan aan het broeden over een grapje over dat nieuwslijstje dat ik van De Katwijksche Post heb gekregen. Eenmaal gevonden, laat ik de schets nog even liggen, om te kijken of mijn onderbewustzijn nog met wijzigingen komt en dan maak ik hem ergens vandaag, laat hem vanavond 'vertalen' door m'n goede vriend Leendert de Vink (doet hij ook al al die jaren, iedere dinsdagavond), letter hem en stuur hem dan op. Ik ervaar dit als een heerlijk vast punt in de week.”


Inhakend vroeg ik hem in de daaropvolgende mail:
Is het Katwijks dialect zelfs voor een geboren Katwijker als jij te ‘machtig’ om het zelf te doen voor de Kappie-strip? Of is het een dialect wat niet meer zo vaak gesproken wordt, en is Leendert juist daarin een expert?
“Katwijks dialect, en ik vermoed elk dialect, luistert nauw. Anders gezegd: het ligt gevoelig bij de sprekers er van. Doe je het verkeerd, dan voelt het voor een dialectspreker algauw als een persiflage of karikatuur. Daarom is het idee om Leendert, zo'n beetje de autoriteit op het gebied van Katwijks dialect, een gouden greep geweest. Zo is ere geen discussie meer mogelijk over of het nou met een k of met een c moet.”

Ik vroeg als laatste aan Bert of ik een paar Kappie afleveringen op deze blog mocht plaatsen, om te laten zien dat de strip nog steeds bestaat. Of zijn de grappen te veel toegespitst op de Katwijkse actualiteit? En zijn antwoord: “Dat laatste is wel het geval vermoed ik, en dan ook nog in Katwijks dialect. Maar goed, dat stopte Haagse Harry ook niet. Ik sluit de laatste zeven afleveringen bij, dan kun je zelf oordelen.”

En hier zijn ze dan, afl. 808-814 met de laatste vier strips onderaan dit bericht. (Eerder gepubliceerd in maart en april 2019 in De Katwijksche Post.)




Copyright: Bert van der Meij (2019)

10 juli 2019

Eppo 13 - De boekenkast van Alex Odijk

Alex Odijk thuis bij een deel van zijn verzameling, januari 2019. (Foto: Els Odijk - niet gebruikt in Eppo maar ter illustratie van zijn grote passie: strips.)

In Eppo 13 staat van mij De boekenkast van... Alex Odijk. Als de huisfotograaf van Eppo legde hij al vele momenten vast van tekenaars tijdens kerstborrels, presentaties, openingen van tentoonstellingen én de grote stripfestivals zoals De Stripdagen en Stripfestival Breda. Ook voor Het Stripschap maakt hij al jarenlang foto’s die gebruikt worden voor het kwartaalblad StripNieuws en diverse andere media (kijk op de Stripschap blog voor vele van zijn foto's). Maar bovenal is hij een groot stripliefhebber.
Alex Odijk in Eppo 13, 2019 (Foto: Robin Schouten)

Zijn favoriete boeken zijn van auteurs die hij al leest sinds zijn jeugd, getekend door Jan Kruis, Martin Lodewijk, Piet Wijn en Will. Eppo nummer 13 ligt tot 11 juli in de winkel is ook los te bestellen via de Eppo site.

Eppo #13, 2019 (cover: Gerben Valkema) met De boekenkast van Alex Odijk.