31 augustus 2021

Eppo 18 - De boekenkast van Bas Schuddeboom

Bas Schuddeboom met het eerste Robbedoes verzamelalbum dat hij ooit las, met op de cover Guust Flater. (Foto: Robin Schouten, 2021)

In Eppo nr. 18, 2021 staat van mij De boekenkast van... Bas Schuddeboom. Hij werkt als stripredacteur bij de Donald Donald en Tina en is ook de drijvende kracht achter de Lambiek Comiclopedia site waar hij vorig jaar, samen met Kjell Knudde, de P. Hans Frankfurtherprijs voor heeft gekregen wegens hun bijzondere verdiensten voor de strip. 


(Foto: Robin Schouten, 2021)

Bas is sinds zijn jeugd een groot fan van de strips van Dupuis, wat we ook terugzien in zijn keuze voor zijn favoriete boeken met Steven Sterk, De Blauwbloezen (van de onlangs overleden scenarist Cauvin) en Jerome K. Jerome Bloks. Als vierde favoriet koos hij voor een boek van Margreet de Heer, die zijn stagebegeleider was bij Lambiek. 

Eppo nummer 18 (met een cover van Daan Jippes) ligt van 2 t/m 16 september in de winkels, en is ook los te bestellen via de Eppo site. 

Daan Jippes tekende een dansende Gerben Valkema, de winnaar van de Stripschapprijs 2021!


09 augustus 2021

Fred Julsing - Stripwerk cover (1983)

(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Fred Julsing's striphelden-cover voor het educatieve boek 'Stripwerk' (uit 1983) behoort tot een van zijn mooiste tekeningen. De Vlaamse stripkenner en Comiclopedia medewerker Kjell Knudde bracht het onlangs weer onder de aandacht in deel 500 van zijn Facebookserie 'M’n Favoriete Strippagina’s Zolang De Pandemie Duurt'. Hierbij de integrale tekst van zijn stuk, waarin Kjell ook  jeugdherinneringen ophaalt over de cover van Julsing. 


Fred Julsing Jr. - De cover van het boek 'Stripwerk'

De 500ste aflevering, zeg! Ik kan me geen betere manier bedenken om deze mijlpaal te vieren dan deze boekcover van Fred Julsing Jr. nog eens vanonder de mottenballen te halen. Maar voor ik deze illustratie bespreek, laten we eerst even de tekenaar kaderen. Fred Julsing verdiende zijn sporen als assistent bij de Toonder Studio's. Zijn bekendste eigen reeks is wellicht de 'André van Duin'-vedettestrip (1975-1976) (niet te verwarren met die andere 'André van Duin'-strip door Toon van Driel). Lezers van Taptoe en Donald Duck herinneren 'm misschien nog van de kinderstrip 'Witte's Dagboek' (1979-1980, 1986-1989). Zelf leerde ik 'm destijds kennen via het damesblad Margriet, waar zijn gagstripje 'Ukkie' (1983-1990) verscheen. 

In 1983 brachten Fred Marschall, Betty Sluyzer en Cees Tahey het educatieve boek 'Stripwerk' uit. Het was bedoeld voor lagere schoolleraars die een themaproject rond strips willen onderwijzen. Mijn lerares in het vierde lager maakte er destijds dankbaar gebruik van. Gezien 'Stripwerk' ook in onze lokale bibliotheek stond leende ik het ook een paar keer. Vanzelfsprekend maalde ik niet zo om de oefeningen. Ik vond het vooral leuk om de stripfragmenten te bekijken. En, zoals ik al eens eerder in m'n pandemieproject vertelde (aflevering 218) kreeg ik in 'Stripwerk' ook voor het eerst échte volwassenenstrips onder ogen. Dingen waar ik toen mentaal nog niet klaar voor was, maar wel mijn wereldbeeld verruimden. Wat me echter het meest fascineerde was de cover, geïllustreerd door Julsing. We zien een boel bekende stripfiguren in de klas. Ik en mijn klasgenootjes keken onze ogen uit. Het leuke is Julsings aandacht voor detail. Alle personages gedragen zich net als in hun reeksen. De onkreukbare striphelden letten netjes op, terwijl de antihelden elders zitten met hun gedachten. Zo vonden we het geweldig dat Guust Flater gewoon ligt te slapen, terwijl Lambik en Nero opscheppen bij pot en pint. We probeerden ook alle figuurtjes te identificeren. Iedereen herkende natuurlijk de Marsupilami, een Smurf, Nero, Lambik, Johan (van Pierewiet), Robbedoes, Bommel, Bruintje Beer, Lucky Luke, Obelix, Charlie Brown, De Generaal, Kuifje, Sergeant Snorkel, Kwik, Kwek, Kwak, Guust, Hoempa-Pa, Bobbie en Snoesje. Anderen konden we op die leeftijd echter niet thuisbrengen, zoals Li'l Abner (achter Nero), Bernard Voorzichtig (achter Bruintje Beer), Pogo (naast de Smurf), Fritz the Cat (dromend in de rechterbovenboek) en Ol' Mouse (in gesprek met Snoesje en Bobbie). 

Destijds vond ik die tekening zo leuk dat ik ze meermaals probeerde te imiteren. Zij het niet door ze klakkeloos te na te tekenen. Ik nam vooral het basisidee over - een klas vol stripfiguren - en voegde dan enkel die personages toe die ik op die leeftijd kende. Vanzelfsprekend smeet ik er ook andere figuren bij, zoals Hägar, Garfield, De Rode Ridder, Bolleke, Quick en Flupke, Douwe Dabbert, enz... Ik herinner me nog dat ik als 11-jarige vooral sukkelde met het perspectief. Die schoolbanken leken altijd te zweven. Niet dat de proporties van de personages zoveel beter waren, natuurlijk. Jammer dat ik voorlopig niet aan m'n jeugdtekeningen kan (ze staan bij m'n moeder op zolder), want ik had de knulligheid nog wel eens willen herbekijken. Maar ach, waarom zou iemand op Julsings voorplaat willen verbeteren? Deze illustratie blijft ook nu nog prachtig. Ik geef zowel m'n toenmalige titularis als Julsing krediet dat ze destijds mijn sluimerende interesse in stripverhalen danig hebben aangewakkerd. Wat mij betreft mag Julsing dan ook zeven banken vooruit! 

Kjell Knudde

07 augustus 2021

Thé Tjong-Khing met Ilva tekening, Veldhoven 2015


Op 4 augustus vierde de kinderboekenillustrator Thé Tjong-Khing zijn 88ste verjaardag. In de jaren '60 en '70 heeft Khing verschillende strips getekend. De bekendste daarvan is de sciencefictionserie Arman & Ilva (met tekstschrijver Lo Hartog van Banda) dat van 2006 t/m 2017 opnieuw is uitgebracht door Uitgeverij Sherpa in zestien delen, inclusief vele extra's zoals onuitgegeven tekeningen, dossiers, interviews met de twee auteurs en voorwoorden van bewonderaars van de strip zoals Dick Matena, Martin Lodewijk, Peter van Straaten, Joost Swarte, Peter Pontiac en Dick Maas. Bovendien werd voor deze uitgave zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de originele tekeningen van Khing. 

Hier zien we de grootmeester in 2015 op het Brabants Stripspektakel in Veldhoven, poserend met een Ilva tekening die hij voor een stripliefhebber maakte in een van de Arman & Ilva boeken. 

02 augustus 2021

Fred de Heij tekent nieuw Kapitein Rob verhaal

Afl. 97 (Het Parool, 31 juli 2021)

Vorig jaar december was het exact 75 jaar geleden dat striptekenaar Pieter Kuhn (1910-1966) zijn eerste Kapitein Rob verhaal begon te publiceren in dagblad Het Parool. Als eerbetoon tekende Fred de Heij (Haas, Jenny Pine, Pulpman) die zelf ook een fan is van deze legendarische strip een nieuw verhaal: 'De laatste reis van De Vrijheid'. Journalist Frank von Hebel schreef het scenario. 

Afl. 84 (Het Parool, 30 juni 2021)


Het verhaal verschijnt al sinds december in (hoe kan het ook anders) Het Parool met op elke maandag, woensdag en zaterdag een nieuwe aflevering (een strook van drie plaatjes met daaronder tekst). Een aantal zijn nog te lezen op de Parool site, zie deze link. Het album volgt in het najaar bij Uitgeverij Personalia

Afl. 90 (Het Parool, 14 juli 2021)

Op 13 december 2020 verscheen in Het Parool het artikel De terugkeer van Kapitein Rob: oude zeeheld, nieuwe reis met interviews van de twee auteurs. Von Hebel, die op het idee kwam om de kapitein weer tot leven te wekken zegt daarin: “Pieter Kuhn behoort tot de grote drie van de Nederlandse strip, met Hans G. Kresse van Eric de Noorman en Marten Toonder van de Bommelsaga.” En De Heij, winnaar van de Stripschapprijs in 2014 en maker van strips voor vele bladen: "Ik denk dat ik mede door Kuhn striptekenaar ben geworden."

Fred de Heij tekent zichzelf (rechts) en scenarist Frank von Hebel, brouwend aan een nieuw Kapitein Rob avontuur (2020)