22 januari 2018

Eppo 1 - De boekenkast van Ruud Straatman

Ruud Strraatman met Disney strips die hij heeft geschreven op het Brabants Stripspektakel in Veldhoven, 2 september 2017. (Foto's: Robin Schouten. Voor een hoge resolutie, mail naar incognito@comic.com)
In Eppo 1 staat van mij De boekenkast van... Ruud Straatman. Deze veelzijdige stripscenarist werkte samen met o.a. Martin Lodewijk, Evert Geradts en Peter de Wit en tekent zelf ook strips. Als redacteur van Robbedoes ontdekte hij het talent van Eric Heuvel en voor hem schreef hij het Agent 327 hommageverhaaltje ‘Dossier naschoolse activiteiten’, gepubliceerd in Eppo 15 van 2017 en gebundeld in het Agent 327 hommageboek Hulde aan de jubilaris. Eppo 1 ligt tot 25 januari in de winkel en is los te bestellen via de Eppo site.
Met sigaar in de hand op het Brabants Stripspektakel 2017 in Veldhoven. (Foto: Robin Schouten)
Ruud Straatman (1948) is een van de meest veelzijdige Nederlandse stripmakers. Hij schreef een groot aantal Disney strips en werkte samen aan verhalen voor Martin Lodewijk (Agent 327), Hans G. Kresse (Vidocq), Dino Attanasio (Johnny Goodbye), Evert Geradts (Henk Hond) en  Peter de Wit (De familie Fortuin). Ook heeft hij zelf veel strips getekend zoals Polderkolder en Simon Spitsmuis (voor Eppo Wordt Vervolgd) en maakte hij meer recentelijk de internetstrip Royaal Modaal, Aloysius Frispeer en cartoons over sigaren (Cigartoons).
Ruud poseert met Martin Lodewijk op de Eppo stand in Veldhoven, 2 september 2017. (Foto: Robin Schouten)
Martin Lodewijk is een van Ruud's favoriete scenaristen en hem zien we ook terug zijn Boekenkast. "Van de latere strips vind ik De kinderen van de wind van Bourgeon heel goed, Largo Winch en Jerome K. Jerome Bloks vanwege de verhalen. Ik hou van alles, wat goed is is goed.”

15 januari 2018

Hergé als geweten van de wereld

Een anti-Uitglijer

Hergé (Etterbeek, 22 mei 1907 - Sint Lambrechts Woluwe, 3 maart 1983), de creator van onder andere Kuifje is door zijn succes opgevallen en dat heeft zo zijn gevolgen. Er worden daardoor hele studies aan deze 'kinderboekjes' gewijd en dan valt er van alles op. Dat kan variëren van een scheve haarlok tot een verkeerd getekende deurbel. Ook hele oude drukken komen aan bod, en dan is het hek helemaal van de dam. Men kan dan bijvoorbeeld bepaalde karikaturen aanwijzen die te sterk zijn aangezet, met een gefronste wenkbrauw als gevolg. 
De twee joodse mannen in Tintin - L'Étoile mystérieuse.
Zoals in de oorspronkelijk zwart-wit versie uit 1942 van L'Étoile mystérieuse (De Geheimzinnige Ster) waar twee overduidelijk joodse mannen zeggen dat het niet erg is dat de wereld vergaat (de aanvliegende ster zou dat bewerkstelligen), omdat een van hen nog zoveel franc aan die en die schuldig is.
Ai!
De recente oorlogsgeschiedenis heeft geleerd dat we dit zeker op zijn minst als zeer ongepast moeten beschouwen. Groot is dan ook de opluchting van de oplettende mens dat hij of zij in de hedendaagse versie van dit soort onsmakelijkheden verschoond is. Edoch is er kort geleden nog een hetze geweest bij Amsterdamse stripwinkels over Kuifje in Afrika (zie deze link), waar de zwarte medemens er allemaal uitzien als Al Jolson die voor de oorlog in films optrad en geschminkt in de verte iets weg heeft van Zwarte Piet (en dus feitelijk helemaal niet op een neger leek). Om kort te gaan; uit Afrika zijn er geen geluiden gekomen dat het boek verboden moet worden en is als karikatuurverhaal gewoon wereldwijd te koop.
In Afrika kunnen ze relativeren en hebben ze humor, zo veel is wel duidelijk.

Interessant in dit betoog is de verloop van een andere minder frisse opmerking. Die komt uit Tintin en Amérique uit 1932.
De Franse oerversie van Kuifje in Amerika met zeven onschuldigen onbekenden en deze man op de
grond (Wilmet A3, 1940).
Hier wordt fier beschreven dat er na een overval en het gegeven alarm, maar liefst zeven negers onmiddellijk werden opgehangen, met de toevoeging 'maar de schuldige is gevlucht'.
Dit moet dus humor voorstellen. Je dunt een bevolkingsgroep uit die wordt geminacht, maar je hebt nog niet wat je wilt. Juist dat het negers zijn geeft aan dat Hergé discrimineert, zo lijkt het. Ik zou hebben gezegd; 'men heeft zeven mannen opgehangen', als het dan zo nodig moet, maar dit terzijde. Ik kom er nog op terug.

Dan wordt Kuifje interessant voor het Nederlandstalige gebied en komt dit verhaal in 1941-1942 in het Vlaamse dagblad Het Laatste Nieuws waarin Kuifje nog gewoon Tintin heet. Zoals te zien is in deze (nog) niet ingekleurde en hertekende versie werd de gemankeerde tekst nog steeds passend gevonden.
Kuifje in Amerika - De krantenversie uit 1941-1942 in Het Laatste Nieuws
Deze variant zal op nog grotere instemming van de Duitsers hebben kunnen rekenen. Nu zijn er zelfs negen negers opgehangen i.p.v. zeven. Misschien omdat het lekker bekt, negers en negen. Logisch dat er toen niemand tegen in het geweer is gekomen… je zag de bezetter al op je deur bonzen. Maar erger nog, men zet dergelijke zaken ongezien voort, ook na 1945 als het risico van klein verzet verdwenen is. 
In de eerste Nederlandstalige kleurendruk is de tekst alweer wat matiger de aantallen gehangenen maar verder blijft het intact.
De tekst bij deze eerste Nederlandstalige kleurendruk uit 1947 (Ottens, A46 rood) is wel wat aangepast. Er is nu sprake van 'men' en dat kan ook een en ander verklaren, maar ook dit komt later aan de orde. 
De herdruk (Ottens A51) met een neutrale toon en geen slachtoffers meer behalve de man op de grond (1952)
In de herdrukken uit 1952 en verder is besloten om het hangen uit te bannen. We weten niet of dit uit een zekere piëteit is gebeurd of dat het te schokkend werd ervaren in een kinderstrip. 
Afijn; terug naar de gewraakte tekst. 
Is dit nu een Uitglijer van Hergé of kunnen we dat ook anders zien?
Amerika is het land van de onbegrensde mogelijkheden. Dat geldt van voorlopers in de industrie tot aan de keuze van de president. Illustratief is de koe in het album die op een lopende band staat en er als een worst weer uit komt. Ook het fenomeen gangster krijgt een flinke dosis aangezette aandacht; het was tenslotte de tijd van Luciano en Capone. En zoals we zagen wordt natuurlijk de segregatie in met name het zuiden van de VS niet vergeten. De donkere medemens was zijn leven niet zeker en er werden door de red necks te pas en te onpas negers opgehangen. Abel Meeropol schreef er een gedicht over bij wijze van protest, 'Bitter Fruit’ en dat werd later door jazz-zangeres Billie Holiday vertolkt onder de titel 'Strange Fruit'. Vreemd Fruit, een vreemde manier om zulke gruwelheden aan te duiden. 

Hergé heeft zich volgens mij het hele album door in feite op een ludieke wijze aangesloten bij de mening van Meeropol, door te laten zien hoe dat daar gaat in dat verre Amerika. Zo was de mentaliteit. Een neger meer of minder was geen probleem (het hadden evengoed indianen kunnen zijn, maar die waren al geen issue meer voor de segregatist in de jaren 1930). Op die manier heeft Hergé de ridiculiteiten van 'gods own country' willen belichten; of eerder overbelichten.

In de laatste ver-her-taling komt dan ook het woordje 'men' bovendrijven, zoals in de alleroudste versie ook werd gebruikt ('on'). Hergé zou hiermee de persoon die de misdaad ontdekt hebben vrijgepleit van de gruwelijke reactie van de mob (dan is 'men' die anderen) en daarmee tevens zichzelf. Hij is de toeschouwer als de man van de ontdekking van de overval, en dat deed hij dus al in 1932. Geen discriminatie, maar een vorm van journalistiek bedrijven in stripvorm.

Hiermee zijn we gelijk verlost van de mogelijke gedachten dat Hergé een racist was, maar eerder als kind van zijn onbuigzame katholieke tijd gevangen zat in een onwelriekend systeem, waarin velen van zijn kennissen en vrienden geen afstand namen van wat er met name in de Tweede Wereldoorlog in België gebeurde. Dan is het makkelijk schertsen met ellende of stereotypiën in de albums, zonder welke vorm van tegendruk van de omgeving dan ook. Met die gedachten kan ik weer met een gerust hart de oude en de herdrukken oppakken en genieten van wat Hergé ooit voor miljoenen lezers maakte; leuke verhalen met vaak een bijzondere knipoog.

Met dank aan Rob van Eijck die de drie laatste illustraties aanleverde en de daarbij horende informatie. (HvK)

Hans van Klinken is freelance journalist en leest in zijn vrije tijd graag strips. Op de Incognito blog levert hij (on)regelmatig bijdragen met De Uitglijer (rubriek voor strip-misstappen) en andere stripgerelateerde stukjes.

Eerder publiceerde hij een Uitglijer over Guus Slim: Kamerlid PiemelHergéSuske en Wiske: De Tartaarse helmTintin: Le Sceptre d'OttokarSchanulleke (Suske en Wiske)Suske en Wiske: De Tartaarse helm (2)Suske en Wiske: De RingelingschatUitglijers met dubbele betekenissen?Uitglijer Guus Slim: Bomaanslag in de bergenEen speurtocht naar striptekenaar en scenarist PizarroDe Uitglijers van Eddy PaapeDan CooperDe Tartaarse helm (Jeugd Revue)Majesteitelijke UitglijerFournier, Suske en Wiske en Dick BosFoute teksten bij onze wereldvermaarde heldRik overleeft de kogels (Rik Ringers)Hoe geel is een bruine schoen ? (Ton en Tinneke), Jansen is de naam (Kuifje) en Magda van Tilburg.

03 januari 2018

Nieuwjaarskaarten - René Follet, Mark Schilders, Aimée de Jongh en Margreet de Heer

De Belgische striptekenaar en illustrator René Follet (Steven Severijn, Edmund Bell, Ikar, De Zingari, Ivan Zoerin) stuurde mij deze kaart als nieuwjaarswens. Sinds 2006 (het jaar waarin ik hem schriftelijk interviewde voor Stripschrift) sturen we elkaar ieder jaar een kerstkaart.

Het figuurtje Harry siert de filosofische nieuwjaarswens van striptekenaar en illustrator Mark Schilders (Mark Retera Ensemble als tekenaar en gagman voor Dirkjan, losse strips voor diverse publicaties o.a. de bladen Incognito en Iris). Kijk op zijn website http://open-hartigheid.nl
De nieuwjaarswens van striptekenaar, illustrator en animator Aimée de Jongh (Snippers, De terugkeer van de wespendief)
Margreet de Heer (Filosofie in Beeld, Religie in Beeld, Wetenschappen in Beeld, Liefde in Beeld) tekende haarzelf en haar man Yiri T. Kohl in een oer-Hollandse setting. In 2017 werd zij verkozen tot Stripmaker des Vaderlands.

02 januari 2018

Nieuwjaarskaarten - Wilbert van der Steen, Marq van Broekhoven, Berend Vonk en Dick Matena

(een dag te laat maar niettemin...)
Gelukkig Nieuwjaar! Happy New Year! Bonne Année! Feliz Año Nuevo! Feliz Ano Novo!

En om 2018 op gepaste wijze in te luiden zijn hier nog eens een viertal nieuwjaarskaarten door striptekenaars gemaakt en gepost op Facebook.
De kleurrijke nieuwjaarswens van striptekenaar en illustrator Wilbert van der Steen (Ayak + Por, Suske en Wiske). Zijn beeldroman Zon won eind vorig jaar de Willy Vandersteenprijs 2017, de prijs voor het beste Nederlandstalige stripalbum van het jaar.

Marq van Broekhoven (Peer de Plintkabouter, Jodocus de Barbaar, Marq Denkt, Bubbels)  tekende zichzelf, zijn gezin en twee katten op zijn mooie grafische nieuwjaarswens.
Cartoonist, illustrator en striptekenaar Berend Vonk (In de val, Jeanette, Avonturen, avonturen). Iedere week tekent hij voor Dagblad Trouw en Dagblad De Limburger.


Een vrolijke nieuwjaarswens van Tess en Timmy, de nieuwe kinderboekenserie van schrijfster Nelleke de Boorder (Sammie en Nele) en striptekenaar Dick Matena die de mooie illustraties maakt.