Merry Christmas, mr. Lawrence!
Peter
van Leersum werkte als hoofdredacteur van Eppo en daarvoor als artdirector van
Kijk, en heeft in die functies heel wat markante stripmakers leren kennen.
Speciaal voor StripNieuws blikt hij terug in een serie Herinneringsartikelen.
Na Nico van Dam (SN 45), Hans G. Kresse (SN 48) en Peter de Smet (SN 50) lees
je in aflevering 4 over zijn persoonlijke ervaringen met Storm-tekenaar Don
Lawrence (1928-2003) die op 29 december precies 10 jaar geleden overleed.
Over een gedenkwaardige kersttijd in The Old Postoffice, de levensbedreigende
woning van Don Lawrence. Plus: nieuwe feiten inzake de gijzeling van de
Storm-tekenaar in een Chinees restaurant te Krommenie.
Eind
jaren zeventig ontmoette ik in de legendarische Little Lord – ons stamcafé in
Haarlem – Patrick Kelleher. Pat was agent van Don Lawrence, een tekenaar die bij
mij, als artdirector van Kijk, hoog op de verlanglijst stond. In die jaren
besteedde het populair wetenschappelijk maandblad regelmatig aandacht aan
historische onderwerpen en de strip Storm en natuurlijk ook zijn oorsprong,
Trigië, hadden me daarom altijd enorm aangesproken.
Met
Patrick Kelleher – die een uitstekend agent voor zijn tekenaar bleek te zijn –
kon ik het direct prima vinden. Hij wist mijn idee voor een illustratie bij het
– wel heel erg populair! – wetenschappelijk verhaal over een allesverwoestend
geluidskanon, perfect aan Don over te brengen. De eerste illustratie die Don
Lawrence voor Kijk maakte, was een schot in de roos. En bij mijn collega’s kon
ik niet meer stuk!
Fragment uit Val van Jericho met behulp van geluidskanon (Kijk, mei 1979) |
Daar
stond hij dan, de astronaut die verdacht veel op Storm leek, instructies te
geven aan Jozua, die voor deze gelegenheid ook nog maar eens stoer met helm en
schild te paard werd opgevoerd. De val van Jericho according to
mr. Lawrence. Op een volgende opdracht hoefde hij niet lang te
wachten.
Bed and breakfast
Na
mijn aantreden als hoofdredacteur van het stripblad Eppo in mei 1985, zou ik Don Lawrence
regelmatig ontmoeten. De tekenaar was een veelgevraagde gast op signeersessies.
En als vanzelfsprekend ontfermde de nieuwe hoofdredacteur zich over zijn
sterauteur wanneer deze in het land was. Niet alleen reed ik hem rond – net
zoals later Peter de Smet – maar mijn redactie had ook nog bedacht dat Don het
wel op prijs zou stellen om bij de nieuwe hoofdredacteur thuis te bivakkeren in
plaats van in zo’n onpersoonlijk hotel. Niemand kwam op het idee Don daar zelf
naar te vragen. En zo hadden de heer en mevrouw van Leersum plotseling een bed and breakfast. Het viel allemaal niet mee om het onze
gast naar de zin te maken. Niet dat Don ooit klaagde, maar de peperdure whisky
die we speciaal voor hem hadden ingeslagen, raakte hij niet aan. De Engelsman gaf
(maar natuurlijk!) de voorkeur aan gin and tonic. Ook
het dichtstbijzijnde Indian restaurant kon hem niet bekoren. Het bleek Indonesian te zijn en erger nog, het voedsel was Javanese zoals Don ons fijntjes liet weten. Wij moesten een
hoop leren! Maar de Brit bleef onder alle omstandigheden vriendelijk en
beleefd. Zo liet het zich aanzien althans. Op zeker moment spraken we over de
voors en tegens van wat Europeanen. Duitsers (Krauts),
Fransozen (Frogs). Ik vroeg Don of wij Hollanders
bij de Britten wellicht een streepje voor hadden. Hij liet even het masker
zakken en antwoordde: “We just tolerate you”. Ach ja, the noble
art of insulting. Onze Engelse vriend kon, als het erop aankwam,
rechter voor z’n raap zijn dan menig Hollander. Een Eppo-redacteur die graag
wilde horen dat zijn Engels niet van dat van een native
speaker te onderscheiden was, kreeg van Don een ondubbelzinnig
antwoord: “No way”.
‘Stripmuseum’Don Lawrence bij stripwinkel Storm, 1986 (foto Robin Schouten) |
Een van de meest gedenkwaardige uitstapjes die ik samen met Don maakte, was op een vroege zaterdagochtend naar stripwinkel Storm in Krommenie. De winkel was gevestigd in een soort schuur achter de woning van de uitbater. In de woonkamer van het arbeiderswoninkje, aan een plein in het centrum van het Noord-Hollandse dorp, had hij een ‘stripmuseum’ gecreëerd. Midden in het museum stond, uitnodigend, een oude fauteuil, eentje die men nog wel eens voor dag en dauw aan de straatkant ziet staan. Tegen de wanden stonden door de museumdirecteur eigenhandig geknutselde vitrines, gemaakt van wat we tegenwoordig ‘sloophout’ noemen en voorzien van een waterig laagje witte verf. Onder niet geheel kras- en barstvrije glasplaten lagen onder andere enkele Trigië-pagina’s, wat oude Kuifje-albums, een paar originele Sjors & Sjimmie-pagina’s van diverse tekenaars en een pagina van Jan van Haasteren.
Ter gelegenheid van zijn bezoek aan de stripwinkel had Don, op verzoek van de eigenaar, een illustratie van Karl the Viking ter beschikking gesteld om er een poster van te laten drukken. De fans konden die poster in het winkeltje kopen en laten signeren door hun idool, die inmiddels in de fauteuil plaats had genomen. Met een tevreden grijns op zijn gezicht zag de eigenaar van de stripwinkel de rij wachtenden gestaag groeien. Het liep bepaald storm die ochtend, op een pleintje in Krommenie.
Aan het eind van deze dag hard werken, was Don als beloning een maaltijd bij een Chinees restaurant in het vooruitzicht gesteld. Hij zou daar, samen met een door de eigenaar van de stripwinkel streng geselecteerd gezelschap, enige gezellige uurtjes mogen doorbrengen. De hoofdredacteur behoorde, in tegenstelling tot enkele dorpsgenoten en de ouders van de uitbater, uitdrukkelijk níet tot de genodigden. Wel mocht ik, voor het gezelschap in het restaurant bijeen zou komen, nog even samen met Don een drankje komen nuttigen in de boven de stripwinkel gelegen woning. Hier werden we geconfronteerd met een andere passie van de stripwinkelier. Hij bleek een enorm fan van The Beatles te zijn. De inrichting van de woning deed al iets in die richting vermoeden. Aan de wanden hingen foto’s en posters van The Fab Four en op de vloer stonden rijen lp’s van het viertal. Terwijl ik naast Don, op de bank gezeten, een toost uitbracht op een zeer geslaagde dag, vroeg de eigenaar onze aandacht voor enkele zeer bijzondere geluidsfragmenten. Unieke opnames van The Beatles die nimmer aan het vinyl waren toevertrouwd. Don, die diplomatiek in het midden had gelaten of hij dan wel of geen aanhanger was van het Liverpools kwartet, toonde zich aanvankelijk serieus belangstellend. Onze gastheer echter raakte nu zo in vervoering dat hij – ook uit angst in tijdnood te geraken – in steeds hoger tempo de onbekende geluidsfragmenten op zijn gasten afvuurde. Die fragmenten werden steeds korter, het begon op een muziekquiz te lijken. Don en de hoofdredacteur waren ondertussen in discussie geraakt over de diverse externe invloeden op het Beatles-repertoire. Met gevolg dat de inmiddels geheel ontketende fan het volume steeds een tandje hoger zette om de discussiërende heren te overstemmen. Het was de eerste en enige keer dat ik Don Lawrence zijn stem heb horen verheffen: “Could you please turn down that music” verzocht hij zijn gastheer op luide toon. Geschrokken en danig in zijn wiek geschoten, beëindigde deze daarop onmiddellijk het genoeglijk samenzijn en kondigde aan dat het de hoogste tijd was om te gaan Chinezen.
Don signeert bij stripwinkel Storm in 1986 (foto Robin Schouten) |
Verbazing en woede
Tijdens
de Stripdriedaagse van 1986 in Breda werd Don benaderd door Hans Matla van
uitgeverij Panda. Matla wilde zich graag over het beheer en de verkoop van
Don’s artwork ontfermen. Tot de niet geringe verbazing, en vooral ook woede van
de man uit Krommenie, besloot Don op het voorstel van Hans Matla in te gaan. En
dat terwijl de eigenaar van stripwinkel Storm er altijd vanuit was gegaan dat Don
Lawrence van hém was. Hij had toch niet zomaar zijn winkel naar Don’s held
vernoemd?! Maar de man uit Krommenie zat niet bij de pakken neer en wist
diezelfde dag nog tekenaar Bert Bus over te halen met hem in zee te gaan. Die
nacht werd er hard doorgewerkt. De volgende ochtend prijkte er op de stand, die
voorheen stripwinkel Storm heette, een nieuw naambord: stripwinkel Malorix.
The Old Post Office met Don, Liz en (uiterst links) Rob van Eijck |
Bijzondere periode
De
populariteit van Storm – en zijn tekenaar – werd steeds groter. Ook buiten
Nederland werden de albums in prachtige oplages verkocht. Een mooie aanleiding
om een interview met Don te laten maken voor het stripblad. Eind december 1986
stak ik samen met de Haarlemse leraar geschiedenis en stripkenner bij uitstek, Rob van Eijck, het Kanaal over om Don te bezoeken. Het was kersttijd – in
Engeland altijd een heel bijzondere periode – en het leek mevrouw van Leersum
en Van Leersum junior wel een aardig idee om de beide heren te vergezellen.
Wij
waren niet de enige gasten in The Old Post Office, de woning van Don. De moeder
van Elisabeth logeerde die donkere dagen rond de kerst bij haar dochter en
schoonzoon.
Het hotel |
Voor ons had Don een hotel in het nabijgelegen Alfriston geregeld, The George Inn, een hotel zoals je ze alleen in Engeland
vindt. Een soort doolhof van gangen, trappen, overlopen en kamers. Kamers
waarin de verwarming het niet deed. Juist nu, eind december en pittig koud, had
de cv-ketel het begeven. Gelukkig had de uitbater van het hotel daar iets op
gevonden. Aan de voeteneinden van de bedden had men elektrische kachels
geplaatst, een hele geruststelling. Jammer alleen dat er op zo’n kachel een
tijdklok zat die al na een half uur ‘klik’ deed. Het werd een ijzige nacht.
In The Old Post Office werden we de volgende dag warm onthaald met heerlijke
Indiase gerechten door Liz bereid. De stemming was opperbest, de drank vloeide
rijkelijk en de verwarming stond voluit te loeien.
Die avond was er in het
kerkje aan de overkant, als aanloop naar de kerstnacht, een samenkomst met
zang. Liz vroeg haar Hollandse gasten of zij zin hadden om haar en haar moeder
te vergezellen. Deze kans wilden mevrouw van Leersum niet aan zich voorbij
laten gaan. Don ging vanzelfsprekend niet, want zoals hij ons liet weten: “I am
an atheist”. De leraar geschiedenis en Van Leersum junior toonden zich
onmiddellijk solidair met de atheïst en zo kwam het dat ik met drie dames ter
kerke toog. In de kerk was het een drukte van belang, maar er waren gelukkig
nog een paar zitplaatsen vrij. Er werd gepredikt en gezongen en gepredikt en
gezongen en gepredikt... Mevrouw van Leersum, die eigenlijk ook atheïst is en
kerken alleen maar van de buitenkant kende, begon wat ongemakkelijk heen en
weer te schuiven op de toch wel erg harde kerkbank. “Ik moet ontzettend nodig,”
fluisterde ze in mijn oor. “Waar is hier het toilet?” Ik, als doorgewinterde
kerkganger, had onmiddellijk door dat dit een onhoudbare situatie zou worden.
De dienst was nog lang niet ten einde en openbare toiletten in Romaanse
kerkjes, daar had ik nog nooit van gehoord. Er zat voor mevrouw van Leersum niets anders op dan een
plotseling opkomende misselijkheid voor te wenden. Mijn arme vrouw ondersteunend
– ze leek zelfs lichtelijk bleek te zien – verliet ik gehaast de kerk, meewarig
nagekeken door Liz en haar moeder en de gelovigen. In het pikkedonker zochten
wij met enige moeite de weg terug naar The Old Post Office waar we alles vonden
wat een mens op z’n tijd nodig heeft: warmte, goed gezelschap en… een toilet.
Peter van Leersum, Liz, Don, de moeder van Liz en Rob van Eijck |
Geweldige kick
Terwijl
Don de volgende dag een van de laatste pagina’s van de Storm-episode ‘Vandaahl
de Verderver’ aan het inkleuren was, beantwoorde hij geduldig de vragen van Rob
van Eijck en soms ook een enkele van de hoofdredacteur. Zo bedacht ik mij
hardop wat een geweldige kick het moest geven om zo’n pagina te voltooien in
die prachtige kleuren. Daar dacht de oude meester heel anders over. Deze fase
van het proces vond hij saai en vervelend. Voor hem was het bedenken en het
schetsen – het creëren – waaruit hij de meeste voldoening haalde. Dit was
gewoon werken aan iets waar hij al lang klaar mee was. Het werd een mooi
interview daar boven in het atelier in Jevington near Polegate. Helaas was er
veel te veel stof om het te kunnen publiceren in het stripblad. Uiteindelijk
werd de tekst afgedrukt in de hardcoverversie van Vandaahl de Verderver (1987) en de pocketversie van De diepe wereld (1988).
Bij
een van de foto’s, gemaakt door Rob van Eijck, staat een bijschrift waar ik
onmiddellijk aan moest denken toen ik later samen met Martin Lodewijk bij Don
te gast was ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag: Van twee prachtige Engelse huisjes heeft Don er een gemaakt: ‘The Old
Post Office’. De lage balken zijn waarschijnlijk de reden dat Don enigszins
gebogen door het leven gaat.
Vrijwel onmiddellijk bij binnenkomst in The Old Post Office stootte Martin zijn hoofd ongenadig tegen een van die lage balken waar, gelukkig voor hem, een soort stootkussen aan bevestigd was. Het overkwam bezoekers blijkbaar vaker. Het bleef helaas voor de arme Martin niet bij die ene keer. Steeds weer zag ik hem, met beide handen naar zijn geteisterde schedel grijpend, ineenkrimpen van pijn. Gelukkig voor Martin werd het op die zaterdag in november van 1988 prachtig weer en besloot Don zijn verjaardagsfeest op het terras van een naburige pub voort te zetten.
Vrijwel onmiddellijk bij binnenkomst in The Old Post Office stootte Martin zijn hoofd ongenadig tegen een van die lage balken waar, gelukkig voor hem, een soort stootkussen aan bevestigd was. Het overkwam bezoekers blijkbaar vaker. Het bleef helaas voor de arme Martin niet bij die ene keer. Steeds weer zag ik hem, met beide handen naar zijn geteisterde schedel grijpend, ineenkrimpen van pijn. Gelukkig voor Martin werd het op die zaterdag in november van 1988 prachtig weer en besloot Don zijn verjaardagsfeest op het terras van een naburige pub voort te zetten.
Uitnodigingskaart voor de 60e verjaardag van Don in 1988 |
Laatste reis
De tekst van dit artikel is eveneens gepubliceerd in StripNieuws nr. 53 (november 2013) met gebruik van ander beeldmateriaal.
Met speciale dank aan Ed Hengeveld.
9 opmerkingen:
Bravo met dit mooie artikel en de zeldzame foto's!
Alle lof voor Peter van Leersum die het artikel over Don heeft geschreven en ook de foto's heeft gestuurd. Op de twee foto's van Don na in stripwinkel Storm, die heb ik gemaakt als 16 of 17-jarige.
Peter van Leersum is vergeten te vermelden dat na afloop van de begrafenis van Don Elisabeth de oorkonde in ontvangst nam, horende bij de Koninklijke onderscheiding die door Het Stripschap is verzorgd.
Mooi om deze foto's na al die jaren weer terug te zien. En het is bijna tien jaar geleden dat Don kwam te overlijden.
Ik ervaar het als een groot gemis dat er geen boek is met alle interviews van Don Lawrence, aangevuld met foto's, anecdotes en verhalen van de mensen die hem kenden. Er zijn volgens mij veel mooie verhalen onverteld gebleven, en vast nog ongepubliceerde interviews. Als het mogelijk is om boeken te blijven uitgeven over Franquin, waarom dan niet over Don Lawrence?
Heerlijke anecdotes!
Zou de Heer Meerten Welleman misschien iets in die zin kunnen schrijven over wijlen Don Lawrence?
Het zou inderdaad mooi zijn als er over Don ooit nog een boek verschijnt vol persoonlijke herinneringen. De plannen om dat boek te maken, zijn er, maar de tijd...
Bedankt voor je post Robin voor dit mooie artikel van Peter over 'the don'
Inderdaad mooi artikel.
@Meerten Welleman
Niet wachten tot je tijd vrij hebt, gewoon doen! :-)
Na het lezen van dit artikel en het drinken van een biertje, blijf ik denken aan goede herinneringen... een waanzinnig tekenaar en sympathieke persoonlijkheid. In de zomer van 1993 een middag bij deze man gezeten in de achtertuin. Ik liet hem mijn eerste strip zien en gaf hem een boekje. Ook liet ik foto’s zien van wat schilderijen. Er zat een SF painting bij over Parijs. Hij vond het wel aardig.
Niet wetende dat iets meer dan 10 jaar later hij ziek zou worden en de geest zou geven. Good old Don: Miss YOU! Af en toe mail ik met Lis en dan heb ik weer even dat gevoel van toen. Het blijft een gemis voor de wereld van de Comics!!!
Creatieve groet, Frits van Loenen...
Een reactie posten