Begin 1964 publiceerde Hans G. Kresse de laatste aflevering van zijn Eric de Noorman strip in de kranten. In datzelfde jaar begon hij aan zijn eerste strip voor het weekblad Pep, Zorro. Het was ook Kresse’s eerste ballonstrip, al was Zorro niet zijn eigen creatie. De strip was afgeleid van de tv-serie die vanaf 1957 in de VS werd uitgezonden. Vanaf het eerste nummer in 1962 verscheen de Zorro strip in Pep dat aangeleverd werd door de Disney Studio. Vaak met tekenwerk van Alex Toth. Maar vanaf Pep nr. 21 van 1964 kreeg de strip rondom de gemaskerde ruiter een Nederlandse tekenaar: Kresse dus. Hij zou Zorro tot 1967 blijven tekenen, met een aantal afleveringen op tekst van Joop Termos. Dick Vlottes, wiens inktstijl aanleunde tegen de stijl van Kresse heeft nog een korte tijd geholpen met het inkten van Zorro pagina’s, omdat Kresse problemen had met op tijd inleveren.
In november 2018 werd op de Kressedag te Amersfoort het boek De avonturen van Zorro - Getekend door Hans G. Kresse gepresenteerd, een uitgave van de stripliefhebber Theo Keijzer die eerder o.a. een Kresse bibliografie uitgaf.
In het 80 pagina’s tellende hardcover boek zijn de eerste 12 Zorro verhaaltjes van Kresse uit Pep verzameld. Het drukwerk van het weekblad was in 1964 van zodanige kwaliteit dat Keijzer alle pagina’s heeft geretoucheerd, zodat de oorspronkelijke inkleuringen nu mooi sluitend zijn. Het eerste verhaaltje heeft hij met gebruik van de originele pagina’s opnieuw ingekleurd. Wel valt juist dit verhaaltje door de ‘harde’ digitale inkleuring een beetje uit de toon bij de meer ‘gelaagde’ inkleuringen uit Pep. Maar dat mag de pret zeker niet drukken.
De verhaaltjes variëren van 3 tot 11 pagina’s en gaan over de in het zwart geklede ruiter Zorro die met hulp van zijn doofstomme bediende Bernardo het onrecht en de corruptie bestrijdt in de pueblo Los Angeles, dat toen nog door een Spaanse gouverneur werd bestuurd. Achter het masker van Zorro gaat de edelman Don Diego schuil. De rode draad in de verhaaltjes zijn de pogingen van de dommige sergeant Garcia en zijn lansiers om Zorro gevangen te nemen. Tevergeefs uiteraard. Zorro redt zelfs een paar keer het leven van Garcia. De verhaaltjes zijn lichtvoetig van toon, bevatten ook de nodige humor en zijn duidelijk gemaakt voor een jeugdblad uit de jaren zestig, zonder extreem geweld. Zorro (Spaans voor ‘vos’) gebruikt vooral zijn slimheid én zijn befaamde degen om uit benarde situaties te komen.
Waar het vooral om gaat is natuurlijk het magistrale tekenwerk van Kresse. De kwaliteit hiervan kan soms nogal wisselen, waarschijnlijk was dat ook afhankelijk van de tijd die Kresse beschikbaar had voor het tekenen van de verhaaltjes. Daar komt bij dat Zorro zoals gezegd niet zijn eigen stripfiguur was. Zijn eigen series voor Pep, Vidocq en Erwin, heeft hij duidelijk met meer aandacht en zorg getekend. Toch heeft Kresse ook zichtbaar veel plezier gehad met het tekenen van de mooie karakterkoppen van sergeant Garcia en allerlei pedante officieren van adellijke komaf. Of de prachtig getekende ruiterscenes van Zorro op zijn gitzwarte paard Swallow.
Zoals de striphistoricus Rob van Eijck schrijft in zijn tekst op de achterzijde van het boek: ‘Ook de stripserie Zorro, die Kresse slechts enkele jaren heeft getekend, is zonder meer de moeite waard om te lezen en vooral te bekijken.’ En daar sluit ik me graag bij aan. Met als toevoeging dat het mooi zou zijn als ook de andere Zorro verhaaltjes van Kresse uit Pep op deze wijze in boekvorm worden uitgegeven. (RS)
De avonturen van Zorro – Getekend door Hans G. Kresse kost 30 euro en kan besteld worden via thekeijposition.nl/Zorro/index.html. Daar is ook een voorbeeldpagina van Zorro te zien uit Pep en het resultaat na retouche voor het boek.
1 opmerking:
Wanneer komt deel 3 en 4 ?
Een reactie posten