Eigenlijk had ik me
voorgenomen niet meer te zemelen over kleine oneffenheden in het werk van mijn
favoriete tekenaars. Zolang het niet die ene verdwaalde paukenslag betreft die
het hele concert bederft moeten we af en toe ook iets door de vingers kunnen
zien. Maar het zuur kruipt weer eens waar het niet gaan kan dus bij deze
nog maar eens een paar vraag- dan wel uitroeptekens die al lezende boven mijn
hoofd verschenen.
Een van de boeken die
ik al vele malen met plezier heb gelezen is Het gele teken van E.P.
Jacobs. Een meeslepend en prachtig getekend verhaal uit Blake en Mortimer dat
zoals de meeste verhalen van Jacobs ijzersterk begint maar gaandeweg, ondanks
het sublieme tekenwerk, een tamelijk zwaar beroep doet op het inlevingsvermogen
van de lezer.
Net als in De
valstrik en SOS Meteoren krijgen we te maken met een zich
onbegrepen wanende en geleidelijk overkokende geleerde die in zijn eentje op
een zondagmiddag, onopgemerkt door de buitenwacht, een laboratorium bouwt waar
zelfs een gespecialiseerd bedrijf vele jaren voor nodig zou hebben. Hoe al die
geavanceerde, manshoge apparatuur door de geniale doch krankzinnige
wetenschapper zonder dat ook maar één buurtbewoner het merkt in stilte naar die
onderaardse gewelven is getransporteerd en geïnstalleerd is een van die
raadsels waar E.P. ons maar al te graag mee opzadelde.
Het gele teken
speelt zich af rond 1955 in een regenachtig Londen, wat de auteur de
gelegenheid biedt waar het op sfeer en geheimzinnigheid aankomt eens flink uit
te pakken. Iedere tekening is een verhaal op zich. Zoals we van Jacobs
gewend zijn volgen de verwikkelingen elkaar in rap tempo op. We arriveren op
pagina 32 en zien Blake in zijn Austin wegrijden.
Op pagina 34 werpen
we een blik door de voorruit van een politieauto en de auto van Blake.
Nu kan het zijn dat
de Londense kit in Amerikaanse of Europese auto's reed (het
prominente logo op de motorkap is bij geraadpleegde autoliefhebbers onbekend.
Het zou me teleurstellen als het een fantasie logo blijkt, want Jacobs liet ook
wat het tekenen van auto's betreft weinig aan het toeval over) maar gezien
het beruchte chauvinisme van die eilandbewoners lijkt me dat hoogst
onwaarschijnlijk. Mogelijk is er sprake van een door het corps
onopgemerkte constructiefout of een wat onhandig uitgevallen reparatie. Het
stuur zit namelijk, geheel in tegenstelling tot wat die Engelsen als normaal
beschouwen nogal links. Evenals plotseling het stuur van de Austin. De taxi met
daarin Mortimer op een volgende pagina is weer geheel naar Engelse
maatstaven van een rechtshandig stuur voorzien, evenals de door Het gele teken
gestolen politieauto en zijn vele tegenliggers.
Dat de tekenaar in
verwarring is geraakt door die merkwaardige Britse overtuiging dat bijna de
hele wereld aan de overkant van het water aan de verkeerde kant van de weg
rijdt kan ik me maar al te goed voorstellen. Ik ben ooit, heel lang geleden,
een keer in Londen geweest (Een wereldstad, denken ze daar. Als je echter om
twaalf uur 's middag's trek in een biertje krijgt, of wat ze daar als bier
verkopen, is er geen kroeg open.) en ik weet uit ervaring dat je maar al
te snel de kluts kwijtraakt waar het links en rechts betreft. Als je over wilt
steken kun je nog zo goed links, rechts, links en voor de zekerheid nog een
keer rechts kijken, er komt altijd wel een taxi aanscheuren van een kant waarvan
je het niet verwacht. Ik kwam er met een paar blauwe tenen vanaf maar in Londen
zien ze mij niet meer.
Even vroeg ik me af
of de bovenste strook misschien spiegelbeeldig was afgedrukt, het zou niet de
eerste en zeker niet de laatste keer zijn dat een lithograaf boven zijn werk in
slaap is gevallen. Dat bewijst deze pagina 9 uit Eloise van Grimbergen,
deel twee uit het magistrale De Torens van Schemerwoude. Voorgepubliceerd in het al na een paar jaargangen,
na een aanvaring met een ijsberg van desinteresse, ten onder
gegane stripmagazine Titanic (tweede jaargang, nummer 10, 1985). De
kleuren staan in de goede richting.
Nu we het toch over
Hermann hebben, in zijn meesterwerk Caatinga uit 1997 trof ik deze plaat
aan (uit pagina 43). De man is gruwelijk mishandeld, zijn twee
rechterhanden boden hem nauwelijks voordeel in die ongelijke en fatale
knokpartij...
Nog een boek waar
ergens in een klein hoekje een onopvallend loopje met links/rechts oriëntatie
van de lezer wordt genomen: De vlakte der Sioux (een vervolg op De man
met de ijzeren vuist) uit Blueberry van Giraud en Charlier. Op dit
plaatje rookt 'de man met de nog net zichtbare rechtervuist van ijzer' met de linkerhand van vlees en bloed een sigaar.
Verderop in het boek
is hij zelf de sigaar en wordt door een paar indianen de drempel naar de
eeuwige jachtvelden overgeholpen. Dan komen we op een volgende plaatje:
Een onhandigheidje of
- je weet het nooit met die striptekenaars - een grap van Giraud? Ik kan
er namelijk niks anders van maken dan dat het hier een linkshandige ijzeren
hand betreft. Ik krijg overigens de indruk dat Zittend Stier uiterst tevreden
is met zijn nieuwe sierraad, we zullen er dus verder maar niet van wakker
liggen...
andREVANbuuren (kunstschilder, striptekenaar en dagelijks striplezer). Bezoek eens zijn website en blog
De stukjes van andREVANbuuren op deze blog zijn via deze link terug te vinden.