|
Paape signerend op De Stripdagen 2006 in Houten (Foto: Robin Schouten) |
De Belgische striptekenaar
Eddy Paape (3 juli 1920 – 12 mei 2012) heeft een wonderwel oeuvre op zijn naam staan. Dat begon toen hij in zijn jonge jaren aan de slag kon bij uitgeverij Dupuis. Dat was een katholieke organisatie, zoals, kun je zeggen, nagenoeg alle organisaties in België. Voor deze uitgever werkte hij samen met Joseph Gillain, alias
Jijé om twee albums over Jezus te maken,
Emmanuel. Tja, over wie anders zou je zeggen, maar toch… Hij inktte ook na die tijd
Jan Kordaat, speurder deel 2 bijvoorbeeld; een serie die hij na het vertrek van Jijé naar de Verenigde Staten van hem overnam en de kwaliteit gaf die het verdiende.
Dat zo'n type verhaal met geweld de streng gelovigen censuur van de kerk kon overleven zit hem in het feit dat de goeden de slechten overwonnen; de boy-scouts ten top en allemaal voorgegaan door eerst
Totor van Hergé en dan
Kuifje. En naast diens uitgever Casterman, deed Dupuis dat dus ook en zo konden tekenaars als Will, Franquin, Morris etc. zich uitleven op hun helden. Heel anders dan in de lage landen waar strips met geweld werden geschuwd zodat menig
Dick Bos-boekje (of die van Steve Drake; zie elders op deze blog) in de school- of thuishaard verdween. In de winter wel te verstaan.
Ook hielp Paape in 1948
Victor Hubinon bij
Tarawa, de bloedige atol waar ook scenarist
Jean-Michel Charlier (samen met Hubinon maakte hij de pilotenstrip
Buck Danny) aan meewerkte. Die, op zijn beurt, weer meeschreef aan de door Paape bedachte
Oom Wim serie voor Robbedoes/Spirou waarin allerlei geschiedkundige feiten in korte stripverhalen werden gepresenteerd.
Luc Orient is ook van Paapes hand. Dit is niet alles wat hij tekende natuurlijk, maar het maakt een mooi bruggetje naar een andere loot van deze stripkunstenaar;
Flip Flink (in het Frans:
Marc Dacier; lees d'acier...Mark van Staal dus) met scenario's van Charlier. In 1958 verschijnt deze spannende avonturenserie over journalist Flink voor het eerst in Robbedoes en Spirou die vanaf 1960 ook in boekvorm te verkrijgen was. Paape was echter ontevreden over Dupuis die de albums wel liet produceren, maar er geen reclame voor maakte. Tja, en dan komen de Uitglijers denk ik dan.
|
Lelijke
covers van Paape
|
Bij de eerste albums die ik herlas is het meteen mis. Behalve de spuuglelijke covers die al een Uitglijer op zich zijn met hun ballonteksten en harde kleuren, wordt de lezer niet altijd als slim bezien. Wat te denken van de scene met de piccolo (een late Robbedoes) die zijn kleren afgeeft aan onze speurder die in deel 4 'De geheimen van de Koraalzee' zijn kamer niet uit mag, omdat het hele gangsterdom van Amerika op hem loert (
Kuifje had er in Amerika ook al last van). Hij loop trots met een strak pak de kamer uit, half beloerd door een agent die waarschijnlijk net is gerekruteerd uit het boevengilde dat hij nu naarstig is gaan bestrijden (bladzijden 6 en 7 van de 1e druk uit 1962). Dan lezen we dat Flink in de taxi gezeten zijn piccolo pakje heeft uitgetrokken dat hij boven zijn eigen kleren droeg.
|
Onder
dit pak van de picollo zit een los jasje
|
Als je die tekeningen bekijkt vind ik het knap dat dat vlotje wijd hangende suede jasje ooit zo strak onder dat jasje van de bediende heeft gepast. Nu goed…
Dan verwijs ik ook nog even naar de eerste bladzijde van het verhaal waar de vertaler blijkbaar niet veel kaas heeft gegeten van het Nederlands als hij op de kastdeuren bordjes plaats; 'zomerkle' – het hoofd van Flink zit voor de rest van het woord 'zomerkleding' - en 'winterkleding'. Een plaatje verder echter staan de deuren open en is er ineens sprake van 'winterkle' en 'zomerkle' terwijl met name dat laatste best voluit geschreven had kunnen worden. Ruimte zat op het bordje. De man had de afkorting waarschijnlijk voor correct Nederlands aangezien. 'Hij kan de kle krijgen', krijgt zo een hele andere dimensie. (NB: in de herdruk van 1980 is er wel iets in dat plaatje bijgekrabbeld, zie hieronder)
|
'De geheimen van de Koraalzee' (herdruk, 1980) |
Maar het kan erger. Het creëren van een zin die niks zegt bijvoorbeeld. In het tweede plaatje van pagina 39 zegt onze Flip; 'nu alleen maar de aad gaan halen waar hij ligt'. Met een tikje fantasie kun je ook 'aap' lezen maar daar schiet je niks mee op. Bedoeld is vermoedelijk 'schat'. Las dan niemand die boekjes na vóórdat de clichés gemaakt werden of nadat de eerste vellen van de persen kwamen?
Dan nog een laatste, want een mens kan niet aan de gang blijven. Op bladzijde 34, en ook weer van de Koraalzee, opent Flink een vliegtuigdeur om een bom te lossen. Toch eens gezocht op
deze site waar luchtvaartwaarheden worden onthuld. Daarin staat een voorbeeld van een kogel die wanneer het door een kant van het vliegtuig gaat, de afnemende druk in de cabine toch te compenseren is.
|
Hij
is Van Staal en kan wat 100 bodybuilders net aan kunnen
|
Wordt er een raampje uitgeschoten dan kan dat niet, en wordt alles wat niet vast zit naar buiten gezogen. Flip doet gewoon de deur open zonder gevolg. Weliswaar heeft hij er moeite mee, maar dezelfde site geeft aan dat je zeker 100 bodybuilders nodig hebt om de door de druk gesloten deur te kunnen openen.
Oké, geen opwindingen meer over details voor deze mooie albums waarvan de verhalen lezen als een jongensroman. Het is ter lering en ook vermaak. En dan juist dat eerste is een trigger, want wat schetst mijn verbazing...zonder blikken over verblozen vindt de ontvoerder in het Flip Flink album 'In de nieuwe wereld' (1961) op bladzijde 23 dat Flink maar geen 'gijntjes' moet uithalen. Gijnig niet waar?
|
Het
grappige is dat als je strips leest details, ook tekstuele, gewoon
over het hoofd worden gezien. Degene die lettert ook zo te zien
|
En als u denkt dat dit alleen maar in die vroege jaren voor kwam… er is een Uitglijer in de maak waar Fournier (hij nam
Robbedoes en Kwabbernoot over van Franquin) wat nader wordt bekeken. En ook daar mag men wel eens scherper op de pen letten… maar ja, wie niet. (HvK)
Naschrift op 7-3-2016:
Op Facebook is een paar reacties binnen gekomen op De Uitglijers van Paape en dan met name over de vertaling. Paape treft inderdaad geen blaam, omdat hij die vertaling niet deed. Ik geef dan ook in het stukje Paape niet direct de schuld maar de eindcontrole voor de drukkerij of, niet vermeld, inderdaad Dupuis. Wie de vertaling op zich heeft genomen is niet helemaal duidelijk. Het zou Peter Middendorp kunnen zijn geweest die tot medio jaren 60 dat werk deed bij Dupuis ( later hoofdredacteur van Pep) of Karel Cavens die we ook al zagen bij de Uitglijer van
Guus Slim.
Over de andere Uitglijers bij Paape het volgende; Hij was een vaardig tekenaar, maar hij liep niet over van de ideeën. Greg vertelde ooit dat de scenario’s die hij voor Paape schreef in detail waren uitgewerkt. Bij wijze van spreken elke grasspriet kreeg een benoeming. Met dat in gedachten kunnen we zeggen dat Paape helemaal onschuldig was aan welke Uitglijer dan ook. Echter als er door mij als leek al geconstateerd wordt dat een vliegtuigdeur onmogelijk in de lucht geopend kan worden of dat het jasje echt niet een ander jasje had kunnen herbergen, wijs ik toch naar de man die, met schitterend tekenwerk overigens,
Flip Flink het leven heeft gegeven. De kop had dan moeten luiden ‘Uitglijers in Paape’s oeuvre’. Een correctere titel als we alles bij elkaar nemen. (HvK)
Met dank aan Willem van Helden voor de info.
Hans van Klinken is freelance journalist en leest in zijn vrije tijd graag strips. Op de Incognito blog zal hij (on)regelmatig bijdragen leveren met De Uitglijer (rubriek voor strip-misstappen) en andere stripgerelateerde stukjes.
Eerder publiceerde hij een Uitglijer over Guus Slim, Hergé, Suske en Wiske: De Tartaarse helm, Tintin: Le Sceptre d'Ottokar, Schanulleke (Suske en Wiske), Suske en Wiske: De Tartaarse helm (2), Suske en Wiske: De Ringelingschat, Uitglijers met dubbele betekenissen?, Uitglijer Guus Slim en Een speurtocht naar striptekenaar en scenarist Pizarro