Niet iedereen is een begenadigd tekenaar binnen de stripwereld. En dat hoeft ook niet, want het gaat om de sfeer, het verhaal, de karakters. Sommige striptekenaars stellen zich boven anderen en dat is nu ook weer niet nodig. Neem nu de onvolprezen
Hans G. Kresse. Die zei over collega tekenaar (geen strips!) Rien Poortvliet dat die er niks van kon. Hij gaf dat weer door diens voornaam te verfransen en noemde hem 'Rien' (spreek uit rie-en) Poortvliet, de voornaam betekent vertaald 'niets'. Allemaal politiek, maar je ontkomt toch niet altijd aan commentaar.
Neem nu de befaamde Lilliputreeks. Deze reeks is tevens bekend onder de verzamelnaam 'piccolo's', of, omdat een jungleheld een van de meest bekende is, ook wel 'Akims' genoemd. In deze reeks werd wat afgerotzooid met stijlen, sferen, onbehoorlijkheden in scenario's en tekeningen. Ondanks dat wisten deze Lilliputs zich met succes tot eind jaren 60 te handhaven. Dat is de periode waarin de strip als medium steeds meer serieus werd genomen en liefdevol De 9e Kunst werd genoemd. Deze vriendelijke kleine boekjes werden mede daardoor al een tikje met de nek aangekeken.
|
Een Italiaanse uitgave van Akim, de 'Europese Tarzan' door tekenaar Augusto Pedrazza. |
Die Lilliputs werden van 1953 tot 1968 in Nederland uitgegeven. Naast de net genoemde Akim verschenen er ook boekjes met Sigürd, Nick, Falk, Robbie, Tibor enz.; een wereld van gevierde ridders, halfblote gespierde bosmannen, puberjongens op avontuur, cowboys en mensen in de verre toekomst. Wat in Nederland werd uitgegeven kwam uit het buitenland; voor zover bekend hebben er zich geen Nederlandse tekenaars en schrijvers aan gewaagd. Veel kwam uit Duitsland (de zogenaamde 'Piccolohefte') en de vertaling daarvan werd door een zekere Reichel gedaan. Daarnaast kwam er ook werk uit Italië waar tevens de wieg van Akim stond die in 1950 werd vormgegeven door tekenaar
Augusto Pedrazza (1923-1994) en scenarist
Roberto Renzi (1923-2018). De Amerikaanse Tarzan heeft er model voor gestaan en die verscheen eveneens in deze mini-oblongreeks.
In de lange rij minicomics voeren we de Duitse veeltekenaar
Hansrudi Wäscher (1928-2016) op. Zijn hand is duidelijk te herkennen in de veelvoud van deze boekjes. Het is wat stijvig, maar dat past prima binnen de kwaliteit die deze reeks bevolkt. Hansrudi is met name bekend van Akim die hij in 1953 overnam van Pedrazza. Het Italiaans van deze collega-stripmaker zal hij wel gesproken hebben want Hansrudi heeft tot 1940 in het Italiaans sprekende deel van Zwitserland gewoond. De eigen Duitse vertaling lag dus op de loer. Hoeveel verhalen Hansrudi van de bosheld zelf maakte is onduidelijk omdat diverse bronnen verschillende dingen zeggen. Een onderzoek is een hele uitdaging en gelukkig niet geschikt voor de schrijver van de Uitglijer, maar dit terzijde. Pedrazza zou alleen al 1000 Akim-deeltjes tot leven hebben gewekt. Ga er maar aan staan. Naast Akim tekende Hansrudi in elk geval wel alle Sigürd-verhalen zelf, en dat vanaf 1953.
|
Een ridder zonder vrees met een wat vreemd uiterlijk, anno 1962.
|
Onze focus ligt op deze zwaardheld en meer bepaald bij het verhaal 'Casper's verraad' uit 1962. En deze Uitglijer is meteen het bewijs dat ook de Nederlandse uitgever van al dit fraais toen, Van Ditmar, het geen probleem vond dat de boekjes wat zwakke, maar o zo aller charmantste kanten kennen. Niet voor niets wordt het nog volop verzameld en spreekt men zacht over bepaalde deeltjes die nagenoeg onvindbaar zijn. Op de cover van dit verhaal zien we links het steeds terugkerende standaardbeeld van de held met opgeheven zwaard. De kaak krachtig naar voren, zoals we dat ook in zo'n vorm vinden bij bijvoorbeeld Buck Danny. Rechts een inkijkje wat de lezer kan verwachten van het verhaal. Tony Ovaere kwam met deze Uitglijer (hij speurde ook van alles op over de tekenaar en scenarist Pizarro van de stripheld Steve Drake, te vinden in onderstaande lijst). Tony merkte terecht op dat het hoofd van de ridder in het rechterdeel van het boekje eerder leek te horen bij de poederdons dan bij een zwaard. In de poging om de ridder een nobel en evenwichtig uiterlijk te geven mislukt Hansrudi. En zo vervalt de o zo stoere Sigürd tot een soort jongedame, of wellicht was de nobele strijder meer geïnteresseerd in zijn mederidders dan in de freules die naar zijn hand dongen. Dat wil het uiterlijk nog wel eens beïnvloeden.
|
Op de zwart-wit pagina's binnenin wordt het 'vrouwelijke element' verder doorgetrokken. |
Of de meester schuldig is aan deze Uitglijer, want dat mag je dit toch wel noemen, is de vraag. Daarvoor verschilt het standaard plaatje links op de cover te veel van de illustratie van het verhaal zelf. Het is aannemelijk dat Hansrudi werkte met studiotekenaars om de reeks vol te krijgen en zo kreeg bij wijze van spreken zijn neefje van 14 ook een kans. De productie alleen al doet zoiets vermoeden want die was fors. Volgens de catalogus van Matla gaf Wäscher in het Duitse taalgebied alleen al 668 Sigürd deeltjes uit (in het Nederlands verschenen er volgens die catalogus zo'n 400 tussen 1959 en 1963). Dan had hij nog Akim maar ook Nick (80 titels), Tibor (220), Falk (50) en nog vele anderen. Volgens de Lambiek Comiclopedia scheidde de man in zijn tekenleven 1500 deeltjes af en dat kan zomaar een conservatieve schatting zijn. Even rekenen met deze gegevens; vanaf 1953 tot pak 'm beet eind jaren zestig is dat toch minstens 100 deeltjes per jaar. Als je in ogenschouw neemt dat de reeksen Bessy en De Rode Ridder voor de Duitse markt in een team werd geproduceerd waar vaak werd gesjoemeld om de productie op peil te houden (een onderdeel van een plaatje werd rustig meerdere keren in verschillende albums gebruikt), dan kun je er vanuit gaan dat Hansrudi eveneens met een aantal mensen aan de tekentafel heeft gezeten. En soms zal er wat te snel werk afgeleverd zijn als de druk van de deadline naderde. Minder begenadigde tekenaars zouden dan aan het werk gezet kunnen zijn. Et voila; opeens zien we ‘queenie’ ridders in plaats van harde mannen. Ondanks dat noemen Wäschers-fans hem liefdevol Der Meister. Nou, dan mag er van mij zo nu en dan een lief snoetje op de cover verschijnen in plaats van een doorwinterde ridderkop die veldslag na veldslag heeft meegemaakt. Het gros van het werk is immers sfeervol, en verdient een compliment. Zeker als je bedenkt dat de zwakke Duitse stripmarkt niet erg veel tegenwicht bood tijdens de gloriejaren van de Vlaamse en Franstalige strips. Der Meister heeft dat best wel een tikje goed gemaakt. (HvK)
Uitgeverij Boumaar, die zich specialiseert in Nederlandstalige uitgaven van de klassieke Nederlandse stripverhalen zoals Piloot Storm en Archie, is in 2014 begonnen met
bundelingen van Sigürd met in deel 1 de comic uit 1953 en de daaropvolgende eerste 20 lilliputuitgaven. Sindsdien is er elk jaar een nieuwe band verschenen, inmiddels zijn dat er zes. Van elke bundeling zijn maar 100 ex. gedrukt.
Dank aan Tony Ovaere, de Duitse Wikipedia, Uitgeverij Boumaar en Lambiek Comiclopedia.
Hans van Klinken is freelance journalist en leest in zijn vrije tijd graag strips. Op de Incognito blog levert hij (on)regelmatig bijdragen met De Uitglijer (rubriek voor strip-misstappen) en andere stripgerelateerde stukjes.
Zijn bijdragen:
Guus Slim: Kamerlid Piemel, Hergé, Suske en Wiske: De Tartaarse helm, Tintin: Le Sceptre d'Ottokar, Schanulleke (Suske en Wiske), Suske en Wiske: De Tartaarse helm (2), Suske en Wiske: De Ringelingschat, Uitglijers met dubbele betekenissen?, Uitglijer Guus Slim: Bomaanslag in de bergen, Een speurtocht naar striptekenaar en scenarist Pizarro, De Uitglijers van Eddy Paape, Dan Cooper, De Tartaarse helm (Jeugd Revue), Majesteitelijke Uitglijer, Fournier, Suske en Wiske en Dick Bos, Foute teksten bij onze wereldvermaarde held (Kuifje), Rik overleeft de kogels (Rik Ringers), Hoe geel is een bruine schoen ? (Ton en Tinneke), Je 1e druk Amoras: misschien geen volledige 1e druk, Jansen is de naam (Kuifje), Magda van Tilburg, Hergé als geweten van de wereld, Uitglijer over een Bommeljas, Uitglijer Paul Panter,
Uitglijers Suske en Wiske, Jan Kordaat, Buck Danny,
Links is niet rechts en andersom (Blake en Mortimer) en
De Vallei heeft foutjes (Blake en Mortimer)