12 april 2020

Eppo 7 - In Memoriam René Follet

René Follet thuis in Linkebeek, België in 2016 (Foto: Robin Schouten)

Op 14 maart overleed op 88-jarige leeftijd de Belgische grootmeester René Follet, in Nederland vooral bekend van de vroegere Eppo-reeks Steven Severijn. Speciaal voor Eppo nummer 7 schreef ik een In Memoriam voor Follet, die ik twee keer heb mogen ontmoeten voor een interview. Eppo 7 met het Follet artikel ligt tot 16 april in de winkels en is ook los te bestellen via de Eppo site.

Speciaal voor het artikel belde ik een half uur met Martin Lodewijk over Follet, waar hij diverse keren mee heeft samengewerkt, en nam ik contact op met Fred de Heij en Danker Jan Oreel, beiden grote fans van Follets werk. Hier is de uitgebreide versie van het IM artikel.

Steven Steverijn - Rozen voor Mata Hari (Silhouet, 2000)

René Follet (10 april 1931) tekende voor Eppo negen verhalen van Steven Severijn. Het zou de langstlopende serie uit zijn loopbaan worden die al in 1945 begon. “Ik heb altijd met veel plezier deze strip getekend vanwege de historie. En ook omdat er veel humor in de verhalen zat zoals die met de Russische kolonel (De dochter van de grootvorst en Rozen voor Mata Hari, RS) ”, zei Follet tijdens het interview voor De boekenkast-rubriek in Eppo 11, 2016 (zie deze link).
Het oeuvre van Follet bestaat vooral uit korte series of one-shots zoals Terreur en Shelena. Daarnaast heeft Follet altijd heel veel geïllustreerd. In de jaren zestig begon hij te werken voor de Nederlandse markt en maakte hij schitterende illustraties bij tekstverhalen voor de Pep en Donald Duck.

Illustratie voor De graaf van Monte Cristo (Donald Duck, 1981)

“Follet was in mijn jeugd overal”, herinnert Fred de Heij zich, “Ivan Zoerin, De Zingari, Steven Severijn, in alle bladen die ik las was Follet aanwezig. In de Donald Duck stond een geïllustreerd vervolgverhaal, De graaf van Monte Cristo. Zo verschrikkelijk mooi dat ik zelfs het verhaal gelezen heb om te zien welke passages hij illustreerde. En langzamerhand werd ik een steeds grotere fan.


In het Edmund Bell verhaal De zwarte schaduw (geschreven door Martin Lodewijk, RS) komt een pagina voor met de ideale afwisseling: leuk acterende poppetjes, en een overzicht van een haven waar een watervliegtuig landt. Ik vond dat de mooiste pagina die ik ooit gezien had. Zijn kracht was zijn handschrift, zijn virtuositeit, en daar kun je alleen maar naar kijken. In bewondering.”

Zijn meesterwerk
“Ik zag Follet voor het eerst in Robbedoes in 1949”, vertelt groot bewonderaar Martin Lodewijk. “Het was een tekening van een indiaan die een tomahawk gooide naar een paal en dat maakte als tienjarig jochie een ongelofelijke indruk op me. Het leefde en het bewoog, en dat was geweldig. Op stripgebied was ik diep onder de indruk van zijn verhaal met Maurice Tillieux, S.O.S. Jan van Gent dat volgens mij zijn meesterwerk is. Daarna wilde ik ook met Follet samenwerken. Wat jaren later ben ik naar Robbedoes gegaan en heb ik geprobeerd om Follet zover te krijgen om Jan Kordaat weer op te nemen. En dan wilde ik het schrijven. Follet las mijn synopsis maar hij zag het niet zitten. Het ging over vervalste schilderijen. Dertig jaar later heb ik bijna alles ervan gebruikt voor Agent 327: Het oor van Van Gogh", onthult Lodewijk.

René Follet in gesprek met Martin Lodewijk over Steven Severijn in Brussel, 1977 (Foto: Hans van den Boom)

Steven Severijn
In 1975 wilde Martin Follet naar Eppo halen. Het liefst wilde hij Steven Severijn zelf voor hem schrijven maar hij had geen tijd en daarom schreef Yvan Delporte het eerste verhaal: Het vertrek. Het basisconcept van Martin was dat het over een jongen ging die nooit in Amerika komt en steeds verder van zijn moeder en zuster raakt. Maar Delporte veranderde dat al snel in een jongen die overal ter wereld een avontuur beleefd. Na dit ene verhaal stopte Delporte ermee en vroeg Follet aan Jacques Stoquart, waar hij Ivan Zoerin mee had gemaakt, om de serie over te nemen. Onder Stoquart verschoven de verhalen zich naar het verre oosten wat Gerard Soeteman (bekend van zijn filmscenario’s voor Paul Verhoeven) in dank opgepakt heeft.


Tot en met 1982 werden er nog vier verhalen in Eppo gepubliceerd. De serie werd besloten met Cowboys en maffia. Op de laatste pagina’s vindt Steven zijn moeder weer terug en wordt hij herenigd met zijn Russische reisvriendin Paulina. Beiden zijn volwassen geworden en samen lopen ze uit beeld hun toekomst tegemoet. Een abrupt einde van deze serie, vindt ook Hel-tekenaar Danker Jan Oreel.  “Hij had er bij wijze van spreken 25 delen van gemaakt kunnen hebben. Ik was ooit thuis bij Peter de Smet en daar hing een originele Eppo-cover van Follet aan de muur. Het was voor een van de latere Steven Severijn verhalen en volledig in kleur uitgewerkt. Sindsdien ben ik hem blijven volgen en verzamelen. Al is daar geen beginnen aan vanwege zijn enorme productie. En dat 75 (!) jaar lang.

Steven Severijn (Collectie Danker Jan Oreel)

Het bijzondere aan zijn werk? Hij laat het er zo makkelijk uit zien, alsof het zo op het papier gesmeten is. En dat zijn de beste. Als ik even in een dipje zit dan pak ik bijvoorbeeld het overzichtsboek René Follet, un rêveur sédentaire en dan weet je weer hoe het moet.“

“René was niet altijd even gelukkig in zijn keuzes voor de scenario’s", vertelt Lodewijk tot slot. Bovendien was hij nogal een karakter, zeg maar eigenwijs. Dat merkte ik nog eens toen ik Edmund Bell voor hem schreef (in 1989 en 1990, RS). Maar de man was werkelijk een fabuleuze schilder en tekenaar. Hij heeft tot het laatst gewerkt, ongelofelijk.” (RS)

Zelfportret van Follet die zijn stripheldin Shelena schildert (2016)

Geen opmerkingen: