Posts tonen met het label zone 5300. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zone 5300. Alle posts tonen

03 september 2024

In Memoriam: Chris Berg (1969-2024) - Deel 2

 

Chris Berg met zijn zoon Kai in Chicago, maart 2024.

Het tweede deel van mijn In Memoriam voor Chris Berg, striptekenaar, illustrator en schilder die op 29 juli 2024 overleed in Rotterdam aan de gevolgen van kanker, kort na zijn 55ste verjaardag. Chris was vanaf 1993 een van de dragende tekenaars van mijn stripblad Incognito, tot eind 1997 toen hij vertrok naar Amerika. Vanaf 2012 onderhielden we contact via Facebook en we bleven bevriend.  

Hij werd geboren als Christian Berg op 19 juli 1969 in Rochester, New York als zoon van een een Duitse privédetective, die zoals hij pas veel later leerde, eigenlijk zijn stiefvader was. Op vierjarige leeftijd emigreerde hij met zijn Nederlandse moeder en zus naar Nederland en groeide op in Alkmaar.

Chris Berg (l) met zijn oudere halfbroer.

Uit Wie is... Chris Berg (da's moeilijk) uit Incognito #4, juni 1994, grotendeels door Chris zelf geschreven: 'Tekenen deed hem geen flikker, totdat hij harkpoppetjes leerde tekenen op de grafische afdeling van de LTS. Deze harkpoppetjestechniek was al op een redelijk niveau ontwikkeld, toen hij na een jaar op de Academie voor Beeldende Kunsten in Kampen overstapte naar de Rotterdamse Kunstacademie (tegenwoordig bekend als de Willem de Kooning Academie).' Vanaf 1991 studeerde hij daar illustratie. Tot zijn medestudenten behoorden de toekomstige striptekenaars Luuk Bode, Michiel de Jong en Milan Hulsing, evenals stripinkleurster Marloes Dekkers. Hij verkeerde in goed gezelschap. 

Zelfportret, uit Incognito nr. 4 (juni 1994)

Half  '93 startte hij samen met vriend en klankbord Bram Spits de studio Pinnoccio Revival Centre, waar strips uitrolden als het Sint verhaal voor Incognito #2 (dec. 1993). Chris hield er altijd wel van om met anderen samen te werken aan strips en projecten, vooral wat betreft het schrijven van teksten en dialogen. Met Luuk Bode opereerde hij als cartoon-duo onder de naam 'Terror Twins'. En met vriend en schrijver Erwin Hofstede voltooide hij in 1994 het eerste deel van J. Nowee's 'Arendsoog en Witte Veder' striptrilogie. 

Chris Berg met zijn Arendsoog stripstroken (ca. 1994)

In 1995 tekende hij, afgestudeerd en al, op scenario van Pieter van Oudheusden (1957-2013) het twaalfpagina stripverhaal Vade retro, over een kunstschilder die langzaam zijn verstand verliest. De bedoeling was dat Chris en Pieter een reeks psychologische verhalen zouden maken over schilders, maar het zou bij dit ene duistere verhaal blijven, dat pas een jaar later in Zone 5300 #9 (sept. 1996) werd geplaatst. Dit jaar vertelde Chris me dat toen ook de invloed van studiegenoot Milan Hulsing was doorgesijpeld in dit verhaal. Uit Wie is... Chris Berg (da's moeilijk), juni '94: 'Tekenaars als Wrightson, Liberatore, Crumb en Pontiac waardeert hij zeer, omdat deze 'qua techniek in kleur en in zwart-wit uitmuntend bezig zijn'. 

Cover Zone 5300 #9 (sept. '96) met aankondiging Vade retro.

Pagina 12 van Vade retro.

In een interview voor stripinformatieblad Zozolala nr. 82 (aug./sept. 1995) met Toon Dohmen en Karin van Wylick zei hij over Vade retro: “Ik ben er heel erg tevreden over. Je ziet eraan dat mijn stijl zich ontwikkelde in de tijd dat ik aan het verhaal bezig was. Over de laatste pagina ben ik het meest tevreden. Misschien dat ik het volgende verhaal weer totaal anders teken. Ik ben gewoon continue aan het zoeken. Dat weet Pieter en dat kan ook.” Hij besluit het interview met: “Ik ben in de eerste plaats visueel geil. Uiteindelijk wil ik ook heet worden van mijn eigen werk.”

Harry the Intergalactic Milkman (Incognito nr. 11, okt. 1997)

Chris tekende in zijn laatste jaren voordat hij naar Amerika vertrok nog diverse korte strips voor bladen als Pré zoals de strip 'Gerrit Jan en de marine' (aug. 1996) en voor Toekomst Magazine (1997) en ook illustraties voor Revue. In mijn stripblad Incognito publiceerde ik van 1994-1997 zijn gagstrip Harry the Intergalactic Milkman, en in 1997 zijn paginabijdrage voor Incognito's kettingstrip Het lieve leven dat hij het jaar ervoor had getekend. Een van de beste afleveringen van de strip, heerlijk over the top, extravagant en een grafisch hoogstandje uit het oeuvre van Chris. 

Het lieve leven afl. 22 (Incognito nr. 11, okt. 1997)

Maar uit telefoongesprekken uit die tijd wist ik dat hij niet tevreden was over zijn bestaan. Nederland was te klein voor hem geworden. Dit vertelde hij nog eens in een lang interview dat ik met Chris deed voor Zone 5300 #100 (winter 2012-2013) en dat ik had samengesteld uit intensief mailcontact met Chris. In december 1997 vertrok hij naar Chicago om daar een kunstenaarsbestaan te gaan leiden. Ik was erbij op zijn afscheidsfeest in Rotterdam. Niemand wist toen nog uiteraard of hij zou terugkeren naar Nederland. Via Luuk Bode sijpelde er nog wel nieuw werk door van Chris, en ik kreeg kopieën van zijn lange stripverhaal '3' , met een Hitchcock-achtige sfeer, dat hij in 1998 tekende in Chicago. Fantastisch werk dat nog nooit is gepubliceerd. 

Chris Berg in Chicago. (Foto: Bruce Sewik)

Na december 1997 hoorde ik helemaal niets meer van Chris, totdat ik begin 2012, out of the blue, een vriendschapsverzoek van hem ontving. Hij had na jarenlang het uitgesteld te hebben, een Facebook account aangemaakt, en ik was blijkbaar de eerste persoon die hij benaderde, wat me erg verbaasde. Maar toen herinnerde ik me ook weer die periode uit 1994 toen we wekenlang iedere dag met elkaar telefoneerde en we diepgaande onderwerpen aansneden. Ik denk dat hij zich bij mij 'veilig' voelde. "You and I are the same" had hij eens gezegd in een chat. Met zijn Rotterdamse vrienden had hij een iets ander, lichter contact gehad. Al liet hij heus wel af en toe iets los over zijn traumatische jeugd, maar altijd op de meest onverwachte momenten, waardoor Luuk, Michiel en zijn andere vrienden er geen chocola van konden maken. Daar kwam bij dat Chris wel van een geintje hield. Meende hij het nou of niet?

Button Harry the Intergalactic Milkman (Stripdagen 1996 in Breda)

Wat me vooral nog van die gesprekken uit de jaren 90 is bijgebleven is zijn vergevingsgezindheid. Hoewel hij zeer slecht was behandeld door zijn familie, wilde hij niet boos op hun blijven. Dat was de boodschap. Hij had nieuwe mensen ontmoet waarmee hij het goed kon vinden, nieuwe vrienden, en dat was hem veel meer waard dan blijven hangen in nare herinneringen van vroeger. Toch werden die, helaas, nog steeds opgerakeld, ook in zijn laatste jaren via het contact met zijn familie. Chris had nog altijd veel problemen, zo besefte ik in 2013 toen hij via een chatbericht de noodklok had geluid. Ik zal hier verder niet op ingaan. Gelukkig ging het daarna toch weer beter met hem. Zijn veerkracht was groot, en hij kon veel kwijt in zijn schilder -en illustratiewerk. In Chicago was hij dan ook een legend.

Luuk Bode en Chris Berg in Rotterdam, 25 mei 2015 (Foto: Robin Schouten)

In 2014 werd zijn zoon Kai geboren, en dat deed me erg veel plezier. Zijn vriendin Tara Fallon was de moeder. Een jaar later keerde hij weer even terug naar Nederland, en in Rotterdam vond een reünie plaats met Luuk, Michiel en Bram Spits, waar ik ook bij was. Chris wilde daarna nog naar Amsterdam en ik ging mee, samen met Tara en Kai. In Amsterdam maakte ik kopieën van zijn lange stripverhaal It was God's own fault, the snake was semi OK dat hij later weer heeft hertekend. Waarschijnlijk zal deze strip nog wel eens gepubliceerd gaan worden. Ook heeft Chris, zo had ik begrepen, een lang verhaal getekend van Harry the Intergalactic Milkman dat nog moet verschijnen. 

It was God's own fault, the snake was semi OK - pagina 21

Begin april 2024 keerde Chris weer terug naar Nederland om zich, zo bleek later, te laten behandelen voor een zeldzame vorm van peniskanker, die al uitgezaaid was. Ik heb Chris helaas niet meer gezien, wel hebben we elkaar nog twee keer gesproken in juni. Het eerste gesprek duurde 45 minuten, dat ik eigenlijk had moeten opnemen omdat hij zoveel informatie gaf dat ik er een artikel van had kunnen maken. De bedoeling was dat ik hem nog 'echt' zou gaan interviewen, dat was mijn eigen voorstel, en hij ging meteen akkoord. "Maar dan ga ik je ook echt alles vertellen, Robin", zei hij. Door persoonlijke omstandigheden lukte het me niet om nog eens met Chris af te spreken. Iets wat me nog altijd spijt.

Birthday cake tekening, 19 juli 2024. Een van zijn laatste werkjes.

Na zijn 55ste verjaardag op 19 juli jl. ging het helaas zeer snel slechter met hem. Via Luuk Bode vernam ik op 29 juli dat hij die ochtend was overleden. Een vriend en groot artiest was heengegaan. Het blad Zone 5300, waarvoor Chris de cover had gemaakt voor het eerste nummer in 1994, zal in haar volgende nummer veel aandacht geven aan zijn werk. Ik hou je hier uiteraard van op de hoogte. Verwacht nog meer werk van Chris in de toekomst, ook op deze blog. Het is nog niet gedaan.  (RS)

Lees hier deel 1 van mijn In Memoriam voor Chris Berg.

29 augustus 2024

In Memoriam: Chris Berg (1969-2024) - Deel 1

 

Dr. Oscar Roberto Brouwer ontvangt van Chris een van zijn schilderijen bij het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam, 16 juli 2024.

Het overlijden van Incognito-tekenaar Chris Berg op 29 juli jl. (zie dit bericht) heeft me diep aangegrepen. Het was half juni dat hij op Facebook uitleg gaf over zijn situatie. Begin april was hij onverwachts teruggekomen uit Chicago (waar hij sinds 1998 had gewoond) om zich in Nederland te laten behandelen voor een zeldzame vorm van kanker. Helaas was het al uitgezaaid. Kort na dat shockerende bericht had ik een lang telefoongesprek met hem gevoerd. Zijn levensverwachting was nog een paar maanden. Toch hield hij zich buitengewoon kranig en hij had weer volop contact met zijn ‘oude’ Rotterdamse vrienden, onder andere zijn studiegenoten van de kunstacademie (tegenwoordig Willem de Kooning Academie). Dat ze elkaar bijna tien jaar niet hadden gezien maakte niets uit. 

Michiel de Jong, Chris, Bram Spits en Luuk Bode in Alkmaar, 5 mei 2024.

Zijn daaropvolgende berichten gaven een inkijkje in zijn dagelijkse leven en vooral het lijden ervan, al hield hij zich buitengewoon sterk. Ik vond het mensonterend en had erg met hem te doen. Op persoonlijk vlak voelde ik me altijd sterk verbonden met Chris. Dat had zeker ook met onze familieachtergronden te maken, die schrikbarend veel overeenkomsten kende. Chris liet daar in de jaren 90 slechts sporadisch iets over los, en altijd op de meest onverwachte momenten. 

Ik kende Chris vanaf de eerste Incognito dagen in 1993 toen die zomer Incognito nummer 0 was verschenen tijdens het Stripfestijn in Dordrecht. Het was Michiel de Jong die Chris aan mij had voorgesteld, zo wist hij zich nog te herinneren afgelopen juni. Na onze kennismaking in Dordrecht stuurde hij me kopieën van zijn stripwerk, dat erg divers was, met een handgeschreven brief die opende met: ‘Niet al het werk wat ik je opstuur is recent, “so bare with me for a moment.”

Titelpagina van de oerversie van The Fridge (1993)

Hij stuurde twee stroken die hij rond een striptentoonstelling van Marten Toonder had gemaakt, een episode uit een langer verhaal van twee jaar ervoor, ‘Czoylarkral’ met veel kettingzaaggeweld, een pagina over The Gee’s, en een inleidingspagina van The Fridge, een verhaal dat hij het jaar ervoor met een paar vrienden voor de lol had gemaakt (‘zit voornamelijk slecht werk tussen’ schreef hij erbij). The Fridge zou ook de titel worden van zijn stripblad, een hobby-project met o.a. Michiel de Jong, Milan Hulsing en Luuk Bode. Toen ik Chris leerde was hij net bezig om zijn werk te publiceren, onder andere in het stripblad P.O.S.S.E. (TV Nomaden special) met een spraakmakende cover. 


“Ik voelde me wel connected tot je blad” zei Chris toen ik hem in juni vertelde hoezeer ik altijd zijn bijdragen aan Incognito waardeerde, en zijn tomeloze inzet op stripbeurzen en festivals. Chris was erbij op de Stripdagen 1993 in Breda toen we daar (op 16 en 17 oktober in het Turfschip) het eerste Incognito nummer presenteerden, al stond hij nog niet in het blad. Hij maakte geinige tekeningetjes voor nieuwsgierige bezoekers die zich afvroegen wat Incognito voor blad was, en wie die vrolijk-baldadige tekenaars waren, aangestoken door Chris. Hij hield van de interactie met het publiek en maakte continue grapjes. Ook kon hij het meteen goed vinden met Ulli Bürer (1965-2015), de tekenaar van de Bettie Page strip ‘Six Inch Stiletto’s’ in Incognito. 

Chris Berg (r) en Jeroen Minnema op de Stripdagen Breda in 1993 (Foto: Maria Heijdendael)

In Breda zat Chris naast Jeroen Minnema te tekenen en na de festivaldag eindigden we met z’n drieën in Café Het Hijgend Hert, aan het bier en de zelfgemaakte tomatensoep. Ook al kende ik Chris toen nog maar een paar maanden, ik voelde al zeker een band. Ik was geen flamboyante artiest zoals hij maar op menselijk vlak lagen we elkaar goed. Zijn bijzondere kijk op de wereld vond ik intrigerend. Het leek alsof zijn over-the-top humor hem op de been hield. En zijn werk als tekenaar uiteraard. Hij was erg getalenteerd, maar hij leek nog zoekende naar een eigen stijl. Een interessante periode voor deze jonge artiest.  

Michiel de Jong & Chris Berg cover voor Incognito nr. 2 (dec. 1993)

Michiel de Jong en Chris hadden me in Breda verrast met een covertekening die zij samen hadden vervaardigd; de Kerstman vs de Sint, te gebruiken voor Incognito nummer 2, december ‘93. Die gedeelde cover, plus een vierpagina stripverhaal over de Kerstman vs de Sint betekende het debuut van Chris in Incognito. In die periode zocht ik hem op in Rotterdam, onder andere voor de Sint strip die hij in een nacht had afgewerkt. Later begreep ik van Luuk Bode dat hij tijdens een les een grappige situatie heel snel in een tekening kon omzetten, die ook nog eens publicabel was. Zijn enorme arbeidsethos kwam hem later goed van pas toen hij zich meer toelegde op het maken van olieverfschilderijen. 

Michiel de Jong tekende Chris Berg (die een boekje jat) in zijn korte verhaal Er was eens... (Incognito nr. 7, 1995)

Na Breda ging ik met Chris, Koen Hottentot en Jelle Venema naar de Stripgidsdagen in Turnhout, België, op 11 december ‘93. Chris baalde dat Incognito nummer 2 nog niet uit was, met zijn gedeelde cover en strip, maar niettemin haalde hij alles uit de kast om ervoor te zorgen dat bijna alle Incognito’s die we hadden meegenomen werden verkocht. Ook al werden we neergezet in een afgelegen hoek, Chris bracht flink veel leven in de brouwerij. Een van zijn meest succesvolle openingszinnen was: “Houd u van strips? Dan houd u van ons!” Zijn gave om het publiek binnen no time in te pakken was ongekend, met zoveel enthousiasme en charme. Af en toe dacht ik dat het wel ietsje minder kon, maar dan zei hij: “Don’t worry, ik weet heus wel wat ik doe.” Toen we aan het eind van de dag wegreden uit Turnhout was ik ervan overtuigd dat dit sympathieke Belgische plaatsje voorgoed was veranderd door het hurricane-achtige optreden van Chris. Dat kon niet anders. Het was voor mij, en ongetwijfeld ook voor Jelle en Koen, een onvergetelijke ervaring. 

Tekeningen voor een Incognito expositie in de bieb in Rotterdam, 1994.

Het jaar erop volgden nog meer stripbeurzen en festivals waar Chris aanwezig was, in Delft, Rotterdam en de Haarlemse Stripdagen, waar we met veel succes Incognito nummer 4 verkochten, met Bettie Page op de cover. Chris sprak zijn bewondering uit voor Ulli Bürer, zowel als tekenaar als mens. Het feit dat deze twee tekenaars, met totaal verschillende karakters zo goed met elkaar klikten vond ik heel leuk om te zien. “Echt tof dat Ulli er is”, zei Chris met een gelukzalige grijns tegen me in Haarlem. 

Chris Berg met Bettie Page door Ulli Bürer (1994)

Ulli maakte in Haarlem een potloodtekening van Chris met Bettie Page, die hij op mijn verzoek in inkt zette, en die ik publiceerde in Incognito nr. 5 (aug. 1994). Rond die tijd studeerde Chris af op de kunstacademie in Rotterdam, richting illustratie. Hij experimenteerde in verschillende stijlen, o.a. in EC Comics (Bernie Wrightson) en Japanse manga (Akira) voor het kortverhaal Check your head (Incognito nr. 4) dat het jaar erop in een langere versie in zijn blad The Frigde werd gepubliceerd. 


Deel 2 van dit In Memoriam volgt binnenkort.

30 maart 2023

Samenwerking Sherpa en Zone 5300 start met Berend Vonk en Charles Guthrie

'Op een beetgare eergisteren' van Charles Guthrie en 'De familie die te veel wist' van Berend J. Vonk (2023)

Vorige maand werd bekend dat Uitgeverij Sherpa en Zone 5300, tijdschrift voor strips, cultuur & curiosa, gaan samenwerken. Zelden pasten twee partners ook zo goed bij elkaar als Sherpa, onbetwist een van Nederlands beste stripuitgeverijen, en het volgens de Volkskrant ‘onverwoestbare striptijdschrift Zone 5300’, dat al bijna dertig jaar een trouwe doelgroep van avontuurlijke lezers bedient.

Deze mijlpaal wordt gemarkeerd met de publicatie van de eerste twee boeken van hun gezamenlijke imprint: De familie die te veel wist van Berend J. Vonk, en Op een beetgare eergisteren van Charles Guthrie. Beide auteurs zijn afkomstig uit de Zone 5300-tekenaarsstal en hun boeken zijn inmiddels al verkrijgbaar bij de betere boekhandel en de stripspeciaalzaken. 

Officieus werkten Sherpa en Zone 5300 al enige tijd samen. Sherpa is ook het uitgevershuis van enkele andere Zone 5300-auteurs, en Zone 5300-hoofdredacteur Tonio van Vugt is al enige jaren werkzaam voor Sherpa als vertaler, letteraar en vormgever. Ook doet hij de redactie en begeleiding van diverse Nederlandstalige auteurs in het Sherpa-fonds. 



De familie die te veel wist – Berend J. Vonk

De onnavolgbare Berend J. Vonk is terug met een nieuwe bundel absurdistische korte verhalen en gagstrips. De familie die te veel wist herenigt ons met Betonnen Vriend en laat ons kennismaken met nieuwe personages als Ouwe Bill, Emile & Rotondo Jo, mevrouw Dupuis en Hilaire. Collega Kim Duchateau over De familie die te veel wist: ‘Vonks werk loopt over van de weirdo’s. Weer heb ik keihard gelachen, alsook gegrinnikt en gemonkeld om de Martianen die H2O ‘tof’ vinden en Hilaire, de duivelse baby. De strips van Vonk vervelen nooit of te nimmer.’

• Hardcover, 56 pagina’s kleur, € 19,95 • Gelimiteerde editie met genummerde en gesigneerde prent, oplage 50 exemplaren, € 29,95. Beide edities te bestellen via deze link 



Op een beetgare eergisteren – Charles Guthrie

De bewonderaars van Charles Guthrie zijn niet de minsten: zijn bekende collega’s Joost Swarte, Wilbert Plijnaar, Marcel Ruijters en Milan Hulsing zien een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Het absurdistische en zwarthumoristische werk van de in Leeuwarden neergestreken Amerikaan, die onder meer in Zone 5300 publiceert, is eindelijk gebundeld in een mooie uitgave: Op een beetgare eergisteren. Maak kennis met Guthrie’s surrealistische universum dat wordt bevolkt door personages als Dijkgraaf Dick, Ginger Infinity, Homofoon Harry en de Wasemman; dat alles superieur getekend in de stijl van EC Comics en de oude superheldenstrips.

• Hardcover, 56 pagina’s kleur, € 19,95 • Gelimiteerde editie met genummerde en gesigneerde prent, oplage 50 exemplaren, € 29,95. Te bestellen via deze link 


22 november 2021

Eppo 23 - De boekenkast van Tonio van Vugt

Tonio van Vugt thuis in Amsterdam, 15 juli 2021 (Foto: Robin Schouten)

In Eppo nr. 23 staat van mij De boekenkast van... Tonio van Vugt. Hij is medeoprichter en al ruim 25 jaar hoofdredacteur van het tijdschrift Zone 5300 (met strips, cultuur & curiosa) en volgde in 2015 Joost Pollmann op als artistiek directeur van Stripdagen Haarlem. Daarnaast vertaalt en lettert hij veel strips, onder andere voor uitgeverij Sherpa. Alles wat hij doet, is strip, strip en strip! Eppo nummer 23 (met cover van Fred de Heij) ligt tot en met woensdag 24 november in de winkels en is los te bestellen via de Eppo site. 

Eppo nr. 23 (2021) met cover van Fred de Heij. 


30 maart 2019

I.M. Ben Vranken (1962-2019)

Ben Vranken signeert bij Uitgeverij Xtra op Stripfestival Terneuzen, 5 nov. 2016 (© Foto: Esther Gasseling)
De Zeeuwse stripauteur en illustrator Ben Vranken (ook bekend als Benno Vranken) was vanaf de jaren negentig nauw betrokken bij Zone 5300 en ontwierp voor het blad met strips, cultuur en curiosa de mascotte, een chagrijnig hondje met het blad in z'n bek, dat hij de eerste 5 jaar ook tekende. Zijn strips publiceerde hij vervolgens in de graphic novels Nehalennia: Het Stenen Raadsel (1997), Groste Nood! (1999), Souvenir (1999), Kustbewoners (2001) en Schroot (2008).
Cover voor Zone 5300 # 2 - nov. 1994 (met linksboven het hondje-mascotte) 
Zelf had ik zijn werk al in de jaren tachtig leren kennen, nota bene door de illustraties die hij maakte voor de wetenschapsbijlage van de Telegraaf, en ik raakte direct nogal gecharmeerd van zijn unieke, knoestige 'aardappelstijl'. Achteraf vond ik het  best grappig dat hij als undergroundstriptekenaar toch maar vele jaren voor 'de grootste krant van Nederland' had getekend.
Uit De Kortste Weg (Zone 5300, 1996)
Dat hij naderhand een vaste medewerker werd van het meer alternatieve Zone 5300 waarin zijn wereldvreemde, sfeervolle en melancholieke  stripverhalen (over buitenbeentjes in een wereld van verval) werden gepubliceerd was dan ook een aangename verrassing voor me.
In 2011 maakte hij de afscheidscover voor stripinfoblad Zozolala nr. 180 dat sindsdien een van mijn favoriete illustraties van Benno is. Ik blijf hem zo noemen..
In 2017 verscheen zijn beste stripwerk van de afgelopen 40 jaar in het lijvige boek Dode Varkens bij Uitgeverij Xtra. Op de Stripbeurs Breda sprak ik toen even met hem. Hij was heel blij met het overzichtsboek en ik zag dat hij die middag, geflankeerd door meesterletteraar Frits Jonker, de ene na de andere prachttekening had geproduceerd. Alsof het de gewoonste zaak voor hem was. Wat een talent. En ook zo bescheiden. In deze video zien we Benno live een tekening maken tijdens de boekpresentatie van Dode Varkens.
Ben Vranken tekent op Stripfestival Breda, 14 okt. 2017. (© Foto: Robin Schouten)
Ben Vranken overleed na een ziekbed in de nacht van 21 op 22 maart en werd slechts 57 jaar. Hij laat een vrouw en vier kinderen na. De regionale krant PZC publiceerde vlak na het nieuws van zijn overlijden een In Memoriam voor deze echte Zeeuw.
Ben Vranken (© Foto: Mechteld Jansen - 2017)

13 september 2017

Eppo 18 - De boekenkast van Jan Vriends

Jan Vriends werkt aan zijn strips voor Tina, Helmond, 22 juni 2017. (Foto's: Robin Schouten. Voor een hogere resolutie, mail naar incognito@comic.com)
In stripblad Eppo 18 staat van mij: De boekenkast van... Jan Vriends. Sinds 1991 werkt hij als striptekenaar, scenarist en illustrator. Voor Tina maakte hij meer dan 600 afleveringen van Roos en sinds kort verzorgt hij de gehele productie van de Tina titelstrip. Stripkenners kennen Vriends ook van meer volwassen strips zoals Janjaap en Cowboy John, verschenen in Zone 5300. Voor de Boekenkast koos Jan voor favoriete boeken die belangrijk voor hem zijn geweest in zijn ontwikkeling als striptekenaar, met Giraud en Charlier en Jeroen de Leijer. Eppo nummer 18 ligt nog in de winkel tot 14 september en is ook los te bestellen via de Eppo site.
Poserend bij zijn zelfgebouwde boekenkast met zijn favoriete strips (Foto: Robin Schouten)
Behalve strips maakt Jan muziek in het Nederlandstalige genre waarmee hij ook optreedt, geeft hij trainingen en workshops in creatief denken, schildert hij én schrijft inspirerende boeken (‘Hoe verzin je het?’ en ‘Jij kan alles’). Vandaar zijn bijnaam Jan de man die alles kan. Het was tijd voor een Boekenkast-interview met één van de grootste Nederlandse multi-talenten. En een strip voor Eppo? “Dat sluit ik niet uit, al zit ik nu helemaal in de wereld van de jonge meiden voor Tina. Dat loopt vloeiend. Met vier dochters heb ik ook genoeg input,” onthult de geboren en getogen Helmonder. Zijn website: www.jijkanalles.nl
Jan Vriends inkt zijn Tina-pagina’s ouderwets met penseel (mei 2017)

08 april 2017

Eppo 7 - De boekenkast van Michiel de Jong

Vorige week verscheen van mij in stripblad Eppo nr. 7: De boekenkast van... Michiel de Jong. In het najaar van 2016 leerde het grote publiek deze atoomstijl-tekenaar kennen als één van de zes Nederlandse Suske en Wiske-tekenaars voor een goed doel. Michiel werd voor zijn boek De charmante chirurg gekoppeld aan schrijfster Esther Verhoef. Uit zijn rijkelijk gevulde boekenkast koos Michiel vier favorieten die hem gevormd hebben als tekenaar. Eppo nummer 7 ligt tot 13 april in de winkel en is ook los te bestellen via de Eppo site.
Michiel de Jong in zijn studio in Rotterdam, 19 november 2016. (Foto's: Robin Schouten. Voor een groter formaat, mail naar incognito@comic.com)
Michiel de Jong (1970) is een Rotterdamse tekenaar die al ruim 20 jaar professioneel strips en illustraties maakt. Zijn eerste strips verschenen in diverse amateurstripbladen en vanaf 1993 publiceerde hij ook in mijn stripblad Incognito zoals de misdaadstrip Het ijzeren tijdperk. 
Zijn professionele tekencarrière ving halverwege de jaren negentig aan toen hij Hanco Kolk en Peter de Wit begon te assisteren op stripstudio De Wittenkade. In 1998 publiceerde hij in het blad Sjosji een korte strip, Mikki & Finn. Rond deze periode werkte hij samen met Hanco Kolk voor de serie De Familie Sloterdijk (in Hello You) en ook Peter de Wit klom voor Michiel in de schrijverspen en bedacht de gagstrip Bigg (voor Webber). Het vaakst heeft Michiel strips getekend op scenario van Milan Hulsing, een aantal korte verhalen voor het blad Zone 5300 en ook twee albums: Ode aan Wilhelm (voor de Pincet Reeks) en Operatie Hanuman, een avontuur van Lana Planck met een voorpublicatie in het Algemeen Dagblad. 

Vorig jaar publiceerde ik op mijn blog dit interview met Michiel ter gelegenheid van zijn Suske en Wiske boek, met daarbij unieke schetsen uit De charmante chirurg.
Michiel de Jong voor zijn vitrine met de Stripschappening 2008 voor Operatie Hanuman, 23 december 2016. (Foto: Robin Schouten)
Bekijk hier de portfolio van Michiel de Jong met veel voorbeelden van zijn strip -en illustratiewerk.

20 maart 2015

Peter Pontiac interview in Zone 5300 # 107

Peter Pontiac in januari 2014 (Foto: Gert Jan Pos)
In november 2014 spraken Tonio van Vugt en ik met de in januari overleden undergroundtekenaar Peter Pontiac. Het interview, een van zijn laatste, staat in Zone 5300 nummer 107 (winter 2015). Wie zaterdag 21 maart naar de Kunst Strip Beurs gaat in Utrecht kan daar een exemplaar kopen van dit blad met Strips, Cultuur & Curiosa. Of bestellen via deze link. 

18 maart 2015

Stripschapprijs 2015 voor Marcel Ruijters

Marcel Ruijters met de Stripschapprijs 2015 (Foto: Natasja van Loon)
Op zaterdag 7 maart heeft striptekenaar en illustrator Marcel Ruijters de Stripschapprijs 2015 in ontvangt genomen tijdens De Stripdagen in de Evenementenhal in Gorinchem. Daarmee is een tekenaar geëerd die al meer dan 25 jaar onder de radar aanwezig is en als stripmaker een brug heeft weten te slaan tussen beeldverhaal, grafiek en kunst.

In het juryrapport van Het Stripschap staat: “Bewonderenswaardig is het lef waarmee Marcel grenzen verlegt in zijn werk en daarmee een hele ontwikkeling heeft doorgemaakt. Zijn excentrieke vertelstijl, gedompeld in een undergroundsausje maakt meer los dan je denkt. Door juist paden te bewandelen die andere tekenaars laten liggen, is Marcel Ruijters uniek in het Nederlandse stripkader.”
‘Underground’ is een term die vaak gebruikt wordt bij een verwijzing naar zijn werk (Underground verwijst met name naar het doorbreken van taboes en een tekenstijl die enigszins psychedelisch van aard is). Vermoedelijk heeft deze benaming vooral te maken met het feit dat Ruijters ook al ruim twintig jaar redacteur en tekenaar is van het blad Zone 5300 (een Nederlands tijdschrift wat undergroundstrips publiceert) en zijn betrokkenheid bij het Franse Le Dernier Cri, een Franse uitgeverij van underground verhalen.
Marcel Ruijters (Tegelen, 1966 en opgegroeid in Sittard) begint al te tekenen op zijn zevende jaar. Een studie in de richting grafiek/schilderen aan de Kunstacademie van Maastricht was een volgende stap in zijn ontwikkeling. Zijn oeuvre start met de publicatie van het verhaal Slime Jerrycan in 1984 in het stripblad Coyote. Daarna volgen onder andere een serie stripverhalen in eigen beheer, Dr. Molotow (1992 - 1997), een eenmalig los album Roadkill (2010) en de driedelige serie Troglodytes

De laatste jaren is zijn oeuvre aangevuld met het bekroonde Inferno in 2008, Sine Qua Non in 2010 en de grafische roman Alle Heiligen, in 2013. Deze laatste verhalen zijn gebaseerd op tekeningen uit de Middeleeuwen. Een thema wat vooral voortkomt uit zijn interesse in geschiedenis, met name in de Middeleeuwen. In 2011 verscheen voor het eerst een uitgave van hem in kleur: 1348, een prentenboek, uitgegeven door Le Dernier Cri. Hiervoor ontwikkelde hij zelf de digitale inkleuring en werd het boek uiteindelijk handmatig gedrukt. 
Zijn meest recente publicatie is een set tarotkaarten die in maart 2015 op De Stripdagen is gepresenteerd bij Uitgeverij Sherpa. Momenteel werkt Marcel Ruijters aan een nieuwe grafische roman, Jheronimus Bosch rond de Middeleeuwse kunstschilder Jeroen Bosch dat gepland staat voor september 2015. 

Bekijk een video-interview met Marcel Ruijters over de Stripschapprijs en Jeroen Bosch (door Michael Minneboo). 

Marcel Ruijters site: troglo.home.xs4all.nl

04 augustus 2014

Hoe gaat het met... Pieter M. Dorrenboom

Dit interview is gepubliceerd in Zone 5300 # 105 (zomer 2014), kwartaalblad voor Strips, Cultuur en Curiosa. Hierbij de lange versie. 

Pieter M. Dorrenboom, Rotterdam, 15 april 2014. Foto: Robin Schouten
Illustrator/grafisch ontwerper Pieter M. Dorrenboom behoorde vanaf 1995 tot de vaste Zone 5300-tekenaars. Zo maakte hij samen met collega-platenverzamelaar Frits Jonker de paginastrip Singlemania, waarin de heren op hilarische wijze verslag deden van hun verzamelmanie. De laatste jaren verloren we zijn uitbundig gestileerde tekeningen echter wat uit het oog.

Tekst: Robin Schouten

De Rotterdammer (1965) vroeg even bedenktijd toen hij gevraagd werd voor dit interview. ‘Ik heb allerlei plannen, alleen moeten die nog allemaal van de grond komen. Op dit moment is er nog geen garantie voor succes! Het is ook een moeilijke periode voor illustratoren omdat de vraag sterk afgenomen is. Zo maakte ik vroeger wekelijks een illustratie voor het Algemeen Dagbladvoor de Voor en Tegen rubriek. Nu zijn het alleen nog sporadische opdrachten zoals een omslag voor de VPRO Gids.’ 
Cover VPRO Gids (2013)
Dorrenboom vervolgt: ‘Een leuke opdracht was het illustreren van drie kinderboekjes in de serie De Gestreepte Boekjes. Dat ging me ook vrij makkelijk af. Ik zou heel graag nog meer kinderboeken willen illustreren, maar de concurrentie is groot. De afgelopen twee jaar heb ik wel gewerkt aan de vormgeving van een taal-app, inclusief honderdveertig tekeningetjes, die voor kinderen bedoeld is. Die is nu verkrijgbaar.’
Logo openingsscherm taal-app (2014)
En waar ben je momenteel mee bezig?
‘Ik zit in een overgangsperiode van een jaar waarin ik mijn zaakjes weer op orde moet krijgen. Illustreren als basisinkomen zit er even niet meer in, dus moet ik andere manieren verzinnen om geld binnen te krijgen. Sinds kort ben ik een online winkel begonnen op Etsy. Dat is een site waarop mensen hun producten aanbieden op het creatieve vlak. Ik maak er vrij werk voor, waar ik prints van ga maken en verkopen. Het voordeel is dat Etsy een internationale markt is en dat je werk door veel meer mensen bekeken kan worden. Nederland is toch een kleine markt.’

Op je weblog staat al iets van dat vrije werk: een prent van tropische vissen in collagevorm. Wil je in die stijl doorgaan?
'Klopt, ik wil meer van dat soort decoratieve dingen gaan maken. Al is het een hele overstap van werken in opdracht naar vrij werk. Maar die tropische vissen neem ik als basis. Ik had dat een tijdje geleden gemaakt met geknipt papier. Ik ben nu aan het zoeken naar een vorm dat zich leent voor het onderwerp. Iets waarvan het publiek hebberig wordt. Mijn vriendin kent een meubelontwerper en die heeft mij gevraagd om ontwerpen te maken voor inlegwerk in fineer voor meubels. Dat lijkt me ook erg leuk. Voor die ontwerpen wil ik de vormgeving die ik gebruikt heb voor de tropische vissen als basis gaan gebruiken voor dat inlegwerk.'

Zou je weer een strip voor Zone 5300 willen maken?
‘Dat heeft niet mijn eerste prioriteit, maar ik sluit ook niets uit. Ik kan niet zelf een scenario schrijven of een gag verzinnen, daarvoor ben ik afhankelijk van anderen. Het hoeft niet per se over muziek gaan. Ik vind veel dingen leuk. Als het maar een beetje luchtig is.’
Pieter M. Dorrenboom met een obscure single. Foto: Robin Schouten
En ben je nog altijd fulltime singlemaniac?
‘Het is een hobby die alleen maar erger is geworden. Elke tweede donderdag van de maand draai ik mijn singles in de Hawaiiaanse surfbar Tiki’s in Rotterdam. Voor de meeste bezoekers zijn die platen vrij obscuur. Het is muziek voornamelijk uit de jaren vijftig en zestig, met een paar uitschieters naar de jaren veertig en zeventig. Van rockabilly, oude rhythm and blues, originele ska tot jaren zestig beat en garage, surf en een vleugje jaren zeventig punkrock. Wat dat betreft sluit het heel erg aan op Singlemania.’

Maakten Frits Jonker en jij die reeks speciaal voor Zone 5300?
‘Ja, bij elkaar 27 afleveringen. Het zit nog altijd in mijn achterhoofd om van Singlemania een mooie uitgave van te maken, met een bijlage over het ontstaan van de strip en welke singles nou echt bestaan en welke verzonnen zijn. Misschien doe ik dat in eigen beheer of via crowdfunding.’
Singlemania op scenario van Frits Jonker.
Was er nog een bepaalde reden om te stoppen met Singlemania?
'Eigenlijk simpelweg: Frits zijn inspiratie was op. Hij schreef altijd de scenario's en ik had weinig met de tekst te maken. Die wisselwerking moest je blijven houden om de strip te maken. Frits voelde me goed aan en wist wat ik leuk vond. Ik heb één keer een Singlemania aflevering zelf verzonnen en die staat in het speciale Elvis nummer van Zone (#11, 1996). Ik heb nog steeds contact met Frits. We schrijven brieven naar elkaar, bij voorkeur via de ouderwetse post. Af en toe gaat het over obscure singletjes en nu vooral over oud drukwerk dat we leuk vinden om te verzamelen. Dat kan van alles zijn zoals suikerzakjes, brochures en plakplaatjes die vroeger bij sigarettenpakjes zaten.'


(klik op alle afbeeldingen voor een groter formaat)